Abrahams mosterdmakerij

Rondleiding in de fabriek

1. Intro

De provincie Groningen telde vroeger tientallen mosterdmakerijen. Abrahams Mosterdmakerij in Eenrum is één van de weinige overgebleven ambachtelijke fabriekjes. Hier wordt nog altijd volgens traditioneel recept heerlijk pittige grove Groninger mosterd gemaakt. Het lijkt alsof de tijd er heeft stil gestaan.

Mosterd wordt al eeuwenlang gebruikt voor verschillende doeleinden. Door de Romeinen, de Egyptenaren en tot in het verre Oosten. Waar het in de eerste plaats natuurlijk een heerlijke smaak heeft, wordt het ook gebruikt vanwege de gezonde en zelfs heilzame eigenschappen. Er zijn tal van vermeende en soms ook onderbouwde positieve effecten op verschillende gezondheidskwalen.

Mosterdzaden bevatten ongeveer 30% etherische oliën, bomvol waardevolle omega-3 en 6 vetzuren. Deze olie zorgt ook voor de scherpe smaak die vergeleken kan worden met die van bijvoorbeeld mierikswortel. Door onze ambachtelijk productie, blijven alle etherische oliën intact en gaat er geen smaak verloren.

Tijdens deze rondleiding komt u er alles over te weten!

Intro Abrahams mosterd


2. Van alles over mosterdplanten

Er zijn grofweg 3 soorten mosterd (planten/zaden): gele mosterd (sinapsis alba), bruine mosterd (brassica juncea) en zwarte mosterd (brassica nigra). Zwarte mosterd is de meest scherpe van de drie en die gebruiken we dan ook het meest, om lekkere pittige mosterd van te maken! Geel mosterdzaad verwerken we vooral in biologische mosterd voor Mont Blanc Foods en in diverse sauzen en dressings.

Mosterdplanten

Mosterdplanten zijn op het eerste gezicht nauwelijks te onderscheiden van koolzaad. Toch zijn het meestal koolzaadvelden die de akkers van Groningen nog zo mooi geel kleuren, want helaas is mosterd een zeldzaam gewas. Voor landbouwers hebben mosterdplanten nogal wat voordelen; het gewas wordt dan ook vaak ingezet als groenbemester of bodemverbeteraar. Het is echter een ‘risicovol’ gewas om te oogsten, en daarom is er maar nauwelijks mosterdzaad van Nederlandse bodem verkrijgbaar. Zwarte mosterd was zelfs jarenlang een verboden gewas en heeft pas sinds enkele jaren weer een gewascode. Nederlandse mosterdproducenten waren dus jarenlang genoodzaakt om mosterdzaden te importeren. Veelal uit Canada en Oost-Europa. Gelukkig kwam daar in 2017 verandering in!

Lokaal geteeld mosterdzaad!

In de zomer van 2017 hebben Ale Havenga van Landgoud in Kloosterburen en André Eden uit Nieuw Beerta in het kader van een proeftuin voor het eerst (biologisch) geteeld zwart mosterdzaad van Groninger bodem geoogst. Bekijk de video “Allereerste teelt zwarte mosterd” om te zien hoe de mosterdplant groeit en bloeit, en hoe de mosterdzaden uiteindelijk met een zwadmaaier is geoogst.

Allereerste teelt zwarte mosterd

In de daaropvolgende 3 jaren zijn de oogsten eveneens succesvol geweest, en inmiddels wordt er ruim voldoende (zwart én geel) mosterdzaad van de Groninger akkers gehaald om Abrahams Mosterdmakerij jaarlijks van voldoende mosterdzaad te voorzien. Helemaal lokaal dus! Het mosterdzaad wordt nog nét niet met paard en wagen naar Eenrum gebracht, maar zowel op het land als in de fabriek tijdens het bereiden van mosterd is het veelal handarbeid.

Schonen en drogen

Na het oogsten moet het mosterdzaad geschoond en eventueel gedroogd worden. Het ‘schonen’ gebeurt eerst, heel simpel, door de bakken met mosterdzaad over te kiepen en de wind zijn werk te laten doen. De gedroogde plantenresten waaien grotendeels buiten de bak. Door dit een aantal keren te herhalen is het mosterdzaad al grotendeels geschoond voordat het de zeeftrommel in gaat.

Ook het vochtgehalte van het mosterdzaad wordt gemeten. Indien het nog niet droog genoeg is, zullen de bakken nog een poosje voor een droogwand moeten staan totdat het gewenste vochtgehalte is bereikt. Dit kost een hoop energie en dus geld. Een zonnige zomer is gunstig voor de kwaliteit van het mosterdzaad, en het is aan de akkerbouwer de kunst om het juiste oogstmoment uit te kiezen. Hoe langer de planten op het land kunnen blijven staan, hoe beter. Zongedroogde mosterdzaadjes zijn het best! Maar het gevaar schuilt hem in de kans op regen en/of harde wind. Zodra de planten zijn uitgebloeid en rijp om te oogsten, zijn ze zeer kwetsbaar. De houwen waarin de mosterdzaden zitten springen makkelijk open. Een regenbui zal er dus voor zorgen dat alle zaadjes in de grond verdwijnen en niet meer geoogst kunnen worden…

Levenslang

Een verloren oogst brengt geen geld in het laatje van de akkerbouwer en de mosterdmaker, maar nog vervelender is dat een boer na een misoogst “levenslang heeft” zoals Ale Havenga het mooi verwoord. Omdat mosterd enorm woekert, zal het lastig weer volledig uit de grond te krijgen zijn. Voor een biologisch gecertificeerd akkerbouwer is dit extra vervelend, want er mag maar eens per 5 jaar hetzelfde gewas op hetzelfde perceel verbouwd worden. Hij kan dus het daaropvolgende jaar niet weer mosterdzaad op hetzelfde perceel zaaien.

3. Pletten van mosterzaden

Voor de mosterdbereiding worden de zaadjes die goed droog zijn geplet en gebroken. Dat pletten en breken vond aanvankelijk plaats met behulp van een mosterdkogel. De zaden deed men in een aardewerk kom en met de kogel werd het zaad kapot geplet. De huidige pletmachine is een trechter waaronder 2 tegen elkaar draaiende walsen zich bevinden, hiertussen worden de zaadjes plat gedrukt , waarbij de kern van het zaad vrij komt. In deze kern bevindt zich de mosterdolie die samen met azijn de typische mosterdsmaak geeft.

De pletmachine

De pletmachine werd destijds aangedreven met de hand of met paardenkracht” en later met de stoommachine of met een Ruston Dieselmotor. De Ruston die in Abraham’s mosterdmakerij staat is een Dieselmotor uit 1905. Hij zorgde voor de aandrijving van de pletmachine. Het vermogen van de Ruston is 35 PK. Hij heeft een liggende cilinder die nog moet worden voor gegloeid en wordt gestart doormiddel van perslucht van 14 atmosfeer. Helaas voldoet de machine niet meer aan de huidige richtlijnen van de arbodienst en wordt de pletmachine nu elektrisch aangedreven.

Het pletten van mosterdzaden

4. Hoe maakt Abraham zijn mosterd?

Als we mosterd gaan maken, beginnen we met het maken van beslag in een bakkersmengmolen. Het beslag bestaat uit: Esprit (azijn 12%), geplet mosterdzaad, water, zout en de geheime ingrediënten van de mosterdmaker.

Het bereiden van mosterd

Beslag

Het verkregen beslag gaat door de maalstoel zodat de olie goed vrij komt. Daarna ziet het er meteen al uit als mosterd. Het is alleen nog helemaal niet lekker. Eerst moet de “mosterd” minimaal 14 dagen rijpen. Na 14 dagen gaat de “mosterd” nog een keer door de maalstoel, waarna het nog 6 weken rijpt. Abraham’s Groninger mosterd is daarna klaar voor consumptie.

Maalstoel

De maalstoel bestaat uit twee ronde stenen die gekapt zijn uit “blauwsteen” en is bestand tegen azijnzuren. Door de draaiende bewegingen van de bovenste steen, wordt de mosterd tussen de stenen “gewerkt” en fijngewreven (gemalen). Hiermee wordt de structuur van de mosterd bepaald, fijn of grof. Bij Abraham’s Mosterdmakerij wordt alleen grove mosterd gemaakt. De capaciteit van de maalstoel is ongeveer 150 kg per uur.

Productie

Per productie maken we hier ca. 600 kg mosterd en dat gebeurt ongeveer 1x per 2 weken. Gemiddeld gaat er zo’n 1000-1500 kg mosterd per maand de deur uit. Abrahams mosterd is niet in de grote supermarktketens te vinden, maar wel bij diverse delicatessenwinkels, kaasspeciaalzaken en biologische winkel door heel Nederland en zelfs daarbuiten! Ook veel restaurants werken graag met Abrahams mosterd, vooral om er de lekkerste mosterdsoep van te maken.

5. Azijnbereiding

Het was aanvankelijk de bedoeling om bij Abrahams Mosterdmakerij ook zelf azijn te gaan maken. Dat is ook enkele keren gebeurd en in theorie zouden we het nog steeds kunnen doen. Echter, we zijn er destijds snel mee opgehouden. Er komen namelijk ontzettend veel gassen en zuren vrij tijdens het gistingsproces. Die zuren geven een onaangename geur én het pand bleek er niet tegen bestand. Bovendien is het een tijdrovend proces. Helaas dus geen huisgemaakte azijn meer, maar toch vertellen we er graag iets over. Het is namelijk – naast mosterdzaad – het belangrijkste ingrediënten van mosterd. Zonder azijn geen mosterd.

Azijn maken

De azijn die voor Abrahams mosterd wordt gebruikt, wordt gemaakt van water en alcohol, die wordt gewonnen uit melasse, dit is een bijproduct dat wordt verkregen tijdens de winning van suiker uit suikerbieten. Het mengsel van 86% water en 14% alco- hol wordt opgepompt naar het groten houten vat boven in de nok. Hieruit loopt het naar beneden via een regelfles (dit is een soort klok) naar de 3 daaronder staande vaten (azijngeneratoren). Hierin bevinden zich beukenhouten krullen waarop azijnzuur bacteriën (acetobacter) leven. Die bacteriën werken in op het mengsel en scheiden hierbij azijnzuur af. De optimale werktemperatuur van deze bacteriën ligt tussen de 32-38°c. Het nu verkregen product heet “esprit” en heeft een zuurtegraad van 12%. De “esprit” wordt gefilterd (helder gemaakt) waarna het naar de eikenhouten opslagvaten gaat om ongeveer 7 maanden te rijpen voor de smaak. Na het rijpingsproces wordt de “esprit” afgetapt en gemengd met water naar;

  • 7% voor schoonmaakazijn
  • 4 % voor natuurazijn (tafelazijn)

Als de concentratie lager is dan 4% dan mag de vloeistof geen azijn heten, maar ‘edik’.

Tafelazijn

Tafelazijn wordt vaak nog gekleurd met karamel (gebrande suiker) waardoor het goudgele kleur krijgt. De verschillende soorten en smaken azijn worden verkregen door het toevoegen van verse kruiden zoals bijv. dille, munt of rozemarijn. Mocht u dit thuis ook willen doen, dan is het goed om te weten dat kruiden na 2 weken geen smaak meer afgeven. Dan is de azijn dus klaar voor consumptie, of u stopt er nog eens nieuwe kruiden in als u de smaak nog niet goed genoeg vindt.

Historie

Het is niet precies bekend hoe lang azijn al bestaat en hoe het ‘ontdekt’ is, maar de oudste sporen zijn ontdekt in Egyptische vazen van ongeveer 3000 jaar oud. In de middeleeuwen gebruikte men azijn behalve voor het klaarmaken van eten bijvoor- beeld als geneesmiddel bij pest en koorts, maar ook voor het langer houdbaar maken van eten en drinken. Azijn is namelijk heel sterk conserverend.

6. Weetjes

Een stukje historie

De eerste berichten in de geschiedenis van mosterd dateren uit de 4e eeuw voor Christus; de oude Grieken gebruikten het als geneesmiddel. Het eerste schrift over de mosterdbereiding is van de Romeinen, ongeveer de 1e eeuw na Christus. Het proces van mosterdbereiding was vroeger erg eenvoudig, men kneusde een hoeveelheid zaad geweekt in druivensap met een stenen vijzel en klaar was de mosterd. De Romeinen hebben de mosterd echt door Europa verspreid. Overal waar de legioenen van Julius Caesar verschenen, werd de mens geleerd mosterdzaad te verbouwen en het te verwerken tot mosterd. Niet alleen voor tijdens de maaltijd, maar ook voor het conserveren van vlees en vet. 

De zaaiviool

Het zaaien van het mosterdzaad werd vroeger met de hand gedaan uit een zaaibak. Later werden er zaaitrommels uitgevonden. De opvolger van de zaaitrommel is de zaaiviool, een uitvinding van een meneer uit Usquert. Deze zaaiviool werd gebruikt voor het zaaien van verschillende zaden, zoals bijvoorbeeld mosterdzaad of koolzaad. Men liep met de zaaiviool over het land en door de strijkstok heen en weer te bewegen werd het zaad verspreid. Aan de strijkstok dankt dit landbouwwerktuig zijn naam. De zaaibreedte van deze zaaiviool is 8 meter. De zaaiviool wordt nog steeds gebruikt in landen waar het heuvelachtig is en waar men dus niet met grotere zaaimachines terecht kan. Maar ook hier in Nederland wordt tot op de dag van vandaag nog dankbaar gebruik gemaakt van de zaaiviool, bijvoorbeeld op winterse dagen door mensen met een grote oprit waar zout gestrooid moet worden. 

Zaaiviool

Mosterd: meer dan alleen een smaakmaker

De bekende Griekse wetenschapper Pythagoras (circa 530 vCr) is niet alleen bekend van zijn Stelling van Pythagoras (a2+b2=c2), maar heeft ook over de geneeskracht van mosterd geschreven. Hij meende dat een papje van mosterd een effec- tief middel zou zijn voor steken van schorpioenen. Ook Hippocrates (circa 400 vCr) raadde de zaden voor zowel intern als extern gebruik aan om diverse kwalen tegen te gaan, waaronder gewrichtsklachten. Mosterd bleef lange tijd een bekend huis- tuin- en keukenmiddel tegen reumatiek. En voor degenen onder u die de Suske en Wiske strips lezen: ook Tante Sidonia nam in de verhalen regelmatig een mosterdbad als ze vermoeide benen had na een dagje shoppen. Ook uit hedendaags onderzoek blijkt dat de etherische oliën in mosterdzaad een gunstig effect kunnen hebben op bepaalde gezondheidskwalen. 

Uit een stripverhaal van Suske en Wiske

De hamvraag: Waar haalt Abraham nu de mosterd?

Een aloude uitdrukking luidt: hij weet waar Abraham de mosterd haalt. In het algemeen wordt daarmee bedoeld dat iemand snapt hoe hij zich in een bepaalde situatie moet gedragen of weet hoe de zaken in elkaar zitten.

Wat de oorsprong is van deze uitdrukking is niet helemaal bekend. Volgens de meeste verklaarders stamt het uit de Bijbel en verwijst naar Genesis 22 vers 6. Daar staat dat Abraham zijn zoon Izaäk moest offeren van God. Abraham nam daarom geen dier mee, maar verzamelde takken om een houtstapel ('mutsaard') mee te maken, waarop hij zijn zoon zou slachten. Vlak voordat hij zijn zoon wilde doden met een mes, riep een engel van God dat hij zijn zoon niet moest doden. 'Mutsaard' betekent takkenbos, houtstapel of brandstapel en is later verbasterd tot mosterd, aldus de meeste uitleggers.

De taalkundige F.A. Stoett (1863-1936) geloofde bovenstaande verklaring echter niet. Hij stelde: "Ik stel mij het ontstaan dezer spreekwijze veel eenvoudiger voor en zie in Abraham den naam van een jongen of een man, wien ook, en vat mosterd in den letterlijken zin op. Dat dit toch uit mutsaard zou zijn verbasterd, is hierom reeds niet zeer waarschijnlijk, omdat in naburige Duitsche dialecten ook de spreekwijze voorkomt en ook daar van Abraham en van mosterd sprake is."

De uitdrukking 'weten waar Abraham de mosterd haalt' kan volgens Stoett gewoon heel letterlijk genomen worden. Al in de zeventiende eeuw was 'om mosterd gaan' een gezegde om mee aan te duiden dat men een boodschap ging doen. Verder was Abraham een veelvoorkomende naam in die tijd. En daarna ook nog, denk aan Abraham Kuyper of aan de nog steeds populaire naam Bram.

'Weten waar Abraham de mosterd haalt' doet zijn eigen betekenis dus niet helemaal recht. We weten namelijk niet 100 procent zeker wat de herkomst van dit gezegde is. Maar u weet nu in ieder geval wél waar Abraham tegenwoordig zijn mosterd haalt en zelfs maakt. Juist. hier in Eenrum! 

Smartmobiletour

Zaaiviool

Uit een stripverhaal van Suske en Wiske