
Het proces
Ontwerpproces
Het ontwerpproces in de Verkenningsfase bestond uit een stapsgewijs proces om tot een haalbaar, betaalbaar en gedragen voorkeursalternatief te komen. Opeenvolgend worden Kansrijke Bouwstenen, Mogelijke Oplossingen en Kansrijke Alternatieven voor het verbeteren van de dijk samengesteld en afgewogen. Op deze wijze wordt uit een veelheid van ideeën, wensen en maatregelen op een onderbouwde en transparante wijze naar één Voorkeursalternatief gewerkt. Het detailniveau neemt gaandeweg steeds verder toe. In de Integrale Uitgangspuntnotitie dijkverbetering Cuijk-Ravenstein is dit proces nader uitgewerkt.
Als eerste stap hebben we een set mogelijke maatregelen, die we bouwstenen noemen, ontwikkeld. De Nota Bouwstenen bevat de beschrijving en verantwoording van mogelijke maatregelen voor versterking van de waterkering (i.e. versterkingsbouwstenen), verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de maatregelen die door stakeholders in het participatieproces zijn aangedragen (i.e. gebiedsbouwstenen). Het is de gereedschapskist voor het samenstellen van Mogelijke Oplossingen.
Vervolgens zijn de bouwstenen gecombineerd tot vijf Mogelijke Oplossingen. Een Mogelijke Oplossing is een logische combinatie van de verschillende bouwstenen voor veiligheids- en gebiedsopgaven. Hierin wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke ruimtelijke kwaliteit. Dat doen we door te zoeken naar de optimale synergie en balans tussen de maatregelen voor waterveiligheid, het verbeteren van het landschap en de invulling van wensen vanuit de omgeving. De Mogelijke Oplossingen (MO’s) zijn het resultaat van een integrale aanpak van het ontwerp voor dijkverbetering. De MO’s verkennen zo een bandbreedte aan mogelijkheden: de hoeken van het speelveld.
De Kansrijke Alternatieven (KA’s) zijn vervolgens samengesteld op basis van de beoordeling (afweegkader zeef 1) van de Mogelijke Oplossingen. De Kansrijke Alternatieven zijn schetsmatig in ontwerptekeningen verbeeld en beslaan het gehele plangebied. Het zijn integrale alternatieven die onderling onderscheidend zijn.
Vanuit de KA’s is in de laatste ontwerpstap van de verkenningsfase het Voorkeursalternatief (VKA) samengesteld. De KA’s zijn beoordeeld aan de hand van het afweegkader, de effecten op de omgeving zijn beschreven in het MER deel 1. De twee alternatieven zijn bovendien voorgelegd aan de betrokken stakeholders en de bestuurders. Deze input is gebruikt om met de bouwstenen uit de Kansrijke Alternatieven het integrale Voorkeursalternatief samen te stellen.
Samenwerking en participatie
De stappen in de verkenningsfase, en het voorkeursalternatief als resultaat daarvan, kunnen in de visie van het waterschap alleen succesvol zijn wanneer wordt samengewerkt met de omgeving. Alleen door belangen, wensen en eisen vanaf de start integraal te bekijken kan het beste plan voor de dijkverbetering ontstaan. Dit bereiken we door belanghebbenden vanaf de start te betrekken bij de ontwikkeling van de plannen. Deze mensen kunnen immers zelf het beste aangeven wat ze belangrijk vinden.
Vanaf de start van de verkenningsfase werken we daarom samen met de omgeving. Dat zijn zowel de gebiedspartners binnen het projectgebied (gemeenten Land van Cuijk, Oss en Maashorst en de provincie Noord-Brabant) maar ook belangenorganisaties en bewoners.
Bewoners, bedrijven en eigenaren
Met de omgeving van een project bedoelen we niet alleen de mensen die aan of achter de dijk wonen en/of werken. Er zijn meer belanghebbenden, zoals (agrarische) bedrijven, recreanten, natuurliefhebbers, overheden of weggebruikers. Alle belanghebbenden zijn door het waterschap uitgenodigd om mee te denken met de plannen voor de dijkverbetering via informatiebijeenkomsten en werkateliers.
Voor het meedenken over de oplossingen is bij de start van de verkenning een werkateliergroep samengesteld. Hierin namen bewoners, agrariërs, bedrijven, natuurverenigingen en de gebiedspartners deel. In acht bijeenkomsten, die begeleid werden door de landschapsarchitect, zijn belangen, ambities en wensen geïnventariseerd en zijn de verschillende afwegingen - van mogelijke oplossingen naar kansrijke alternatieven naar het voorkeursalternatief - getoetst. De werkateliers zijn veelal per deelgebied (Cuijk, Grave, en Neerloon-Overlangel-Reek) georganiseerd. Deze vorm van participatie heeft bijgedragen aan het ontwerp van het voorkeursalternatief.
Vóór ieder besluit over de drie belangrijkste stappen (Uitgangspunten, Mogelijke Oplossingen, Kansrijke Alternatieven en het Voorkeursalternatief) zijn we met de omgeving in gesprek gegaan via informatiebijeenkomsten. In het begin van de verkenningsfase vanwege de coronamaatregelen vooral digitaal en later wanneer het mogelijk was ook in de vorm van fysieke bijeenkomsten.
Daarnaast hebben er diverse dijkgesprekken (keukentafelgesprekken) plaatsgevonden met verschillende stakeholders over specifieke wensen, zorgen en belangen. Van de dijkgesprekken zijn afzonderlijke verslagen gemaakt (die vervolgens met de betreffende stakeholders zijn gedeeld).
Via nieuwsbrieven en berichten op de projectwebsite zijn belanghebbenden regelmatig geïnformeerd en betrokken. De projectwebsite is als centrale plaats ingezet om op een transparante manier informatie te geven.
Tenslotte zijn we in de laatste fase van de verkenning met een aantal partijen/bewoners in gesprek gegaan over specifieke onderwerpen of locaties. Deze dijkgesprekken dienden enerzijds om nog beter te begrijpen wat de ideeën en wensen zijn. Aan de andere kant hebben we deze gesprekken benut om de twee kansrijke alternatieven voor te leggen en te onderzoeken welke aandachtspunten en voorkeuren de omgeving heeft. Met de gemeente Land van Cuijk hebben we in deze periode ook een intensievere samenwerkvorm gezocht waarbij de veiligheidsmaatregelen en de eisen en wensen voor een goede ruimtelijke kwaliteit nauw zijn afgestemd.
Alle verzamelde wensen en ideeën zijn geregistreerd zodat ze expliciet in het besluitvormings- en ontwerpproces meegewogen worden. Bij het opstellen van het voorkeursalternatief is afgewogen of deze klanteisen kunnen worden gehonoreerd, afgewezen of doorgeschoven naar een volgende fase van het project (wanneer de plannen verder worden uitgevoerd of uitgewerkt). Dit laatste is van toepassing wanneer keuzes in deze fase nog niet gemaakt kunnen worden of nog niet relevant zijn. Dit zijn bijvoorbeeld wensen voor extra bankjes of de inrichting van beleefpunten.
Samenwerkende overheden
De overheden binnen het projectgebied werken samen op ambtelijk en bestuurlijk niveau. In een ambtelijke begeleidingsgroep bewaken we de voortgang van de dijkverbetering en de meekoppelkansen en bereiden we de besluitvorming voor. De afspraken over samenwerking zijn vastgelegd in een intentieovereenkomst.
Voor de planuitwerking maken we opnieuw afspraken over de samenwerking. Daarbij streven we zoveel mogelijk naar één integrale uitwerking van de dijkverbetering inclusief de meekoppelkansen.
Zie het participatieverslag in het hoofdstuk ‘Meer informatie’ voor een totaal overzicht van de communicatie- en participatiemomenten.
Planning en vervolg
Het voorkeursalternatief vormt het begin van de planuitwerkingsfase. In deze fase gaan we aan de slag met het verder uitwerken van de versterkingsmaatregelen en de meekoppelkansen. We houden daarbij onverminderd aandacht voor participatie en samenwerking. We doorlopen in de planuitwerkingsfase de benodigde wettelijke procedures, en starten met de grondverwerving.
De aanvullende (veld)onderzoeken naar onder andere archeologie en flora en fauna worden gebruikt om de effecten en noodzaak voor mitigatie of compensatie te bepalen. Voor de buitendijkse versterking bij Neerloon, en voor buitendijkse meekoppelkansen, wordt in de planuitwerking bepaald of/waar rivierkundige compensatie moet plaatsvinden. Voor de aantasting van bestaande natuurwaarden en het kappen van bomen wordt een compensatieplan opgesteld.
De planuitwerkingsfase duurt circa twee en een half jaar: van begin 2023 tot medio 2025. Daarna start de realisatie, die naar verwachting wordt afgerond in 2028.