Wijktypekaart

Hoe een Nederlandse straat is ingericht, is vaak typisch voor een bepaalde tijd. Elke tijdsperiode heeft een duidelijke eigen opzet en inrichting van straten. Hierdoor zijn straten uit dezelfde tijdsperiode door heel het land herkenbaar. Op basis van deze typische kenmerken kun je wijken indelen in verschillende typen. Deze wijktypen kun je ook gebruiken om te bepalen hoe je in een bepaalde straat rekening houdt met een extremer klimaat. In dit kaartverhaal lees je hoe de verschillende wijktypen je kunnen helpen om te bepalen hoe kwetsbaar een wijk is voor hitte en wateroverlast, en welke maatregelen je er zou kunnen nemen.

De indeling in wijktypen biedt handvatten voor klimaatadaptatie: zo kun je voor elk wijktype in beeld brengen wat de typische kwetsbaarheden zijn en welke maatregelen je daarvoor kunt nemen.

Hoe verschillen wijktypen van elkaar?

In de wijktypekaart vind je 14 verschillende wijktypen. Deze indeling is gebaseerd op de indeling van  Kleerekoper (2016) . Aan de foto’s in de fotogalerij hieronder zie je voor elk wijktype hoe dat er ongeveer uitziet.

Om wijktypen van elkaar te onderscheiden, hebben experts gekeken naar kenmerken zoals bouwjaar, bouwhoogte, woningdichtheid, het percentage groen en de functie van de bebouwing. Dat onderscheid konden ze maken op basis van beschikbare openbare geografische data. Om tot een landelijke indeling van wijktypen te komen, hebben ze  gebruikgemaakt van kunstmatige intelligentie. Een computermodel is getraind om met behulp van allerlei kenmerken een indeling te maken in wijktypen op straatniveau (PC6). In de  technische beschrijving  staat hoe de indeling is gemaakt en welke broninformatie hiervoor is gebruikt. De tabel hieronder biedt een overzicht van de specifieke kenmerken van elk wijktype en geeft een algemene inschatting van hoe kwetsbaar wijken zijn voor hitte en wateroverlast.

Wat zie je op de kaart?

De kaart hiernaast toont de classificatie van wijktypes op drie niveaus: van globaal naar gedetailleerd. Door in te zoomen worden alle niveaus zichtbaar.

  • Buurtniveau: Op buurtniveau wordt het meest voorkomende wijktype getoond. Deze kaart is het meest overzichtelijk.
  • PC5-niveau (zoals 1234A): Op dit niveau worden verschillende straten samengevoegd en wordt het meest voorkomende type getoond.
  • PC6-niveau (zoals 1234AB): Dit is meestal het niveau van een straat of een deel van een straat. Op dit niveau is de bebouwing vaak hetzelfde en is er duidelijk onderscheid te maken tussen wijktypen. 

Naast de 14 wijktypen komen er nog enkele restcategorieën bij.

  • Onbepaald (overig in de kaart): Er is zoveel variatie binnen het gebied dat het niet goed mogelijk is om het in te delen in een specifiek wijktype. Deze categorie is alleen bij het PC6-niveau aanwezig.
  • Groen: Gebieden waar vooral groen is geen gebouwen staan.

Zekerheid classificatie

Als je ver inzoomt op de PC6-kaart krijg je in elk gebiedje een geel cijfer (bv 64) te zien. Deze getallen geven de zekerheid weer van de classificatie naar wijktype in een percentage. Een hoog percentage geeft aan dat de classificatie zeer zeker is voor het gebied. Een laag percentage toont aan dat de classificatie minder zeker is.

Hoe kun je de wijktypen gebruiken voor klimaatadaptatie?

Als je van een wijk of straat weet tot welk wijktype die behoort, kun je ook een algemeen beeld krijgen van hoe kwetsbaar de wijk of straat is voor hitte of wateroverlast. Ook kan het je helpen om een voorselectie te maken van geschikte maatregelen. Zo zijn bloemkoolwijken bijvoorbeeld heel geschikt voor wadi’s, terwijl je in dichtbebouwde stedelijke bouwblokken eerder moet kiezen voor technische maatregelen onder de grond. Als je een goed beeld hebt van de geschikte maatregelen, is de kans groter dat je in ruimtelijke opgaven klimaatadaptatie kunt meekoppelen. Naast dit kaartverhaal kun je ook het  Voorbeeldenboek  van de Hogeschool van Amsterdam gebruiken om maatregelen te zoeken bij wijktypen. Dit voorbeeldenboek toont kostenbatenanalyses en varianten van waterbestendige inrichtingen. In dit kaartverhaal bouwen we hierop voort en kijken we ook naar hittemaatregelen.

Geschiktheid van maatregelen

In de tabellen hieronder zie je welke maatregelen voor klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen en renoveren passen bij welke wijktypen. De focus van deze maatregelen is gericht op klimaatadaptatie, maar de indeling in wijktypen biedt ook interessante mogelijkheden voor andere beleidsopgaven. Denk aan de energietransitie, elektrisch parkeren, vergroeningsstrategieën en de integratie van sporten en spelen in de stad. 

De maatregelen zijn afkomstig van het RVO en zijn verdeeld in kleine, gemiddelde en grote ingrepen. Deze indeling is gebaseerd op drie indicatoren:

  1. De technische moeilijkheidsgraad van een maatregel: kun je een maatregel makkelijk toepassen of is er een ingrijpende verandering nodig?
  2. De ruimte die je nodig hebt voor een maatregel. Maatregelen zoals een geveltuin nemen nauwelijks ruimte in. Maar een maatregel zoals piekberging heeft juist veel ruimte nodig.
  3. De investeringskosten van een maatregel.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Meer informatie over 14 wijktypen

Hieronder vind je per wijktype meer informatie. Je leest er wat de kenmerkende eigenschappen van elk wijktype zijn, hoe kwetsbaar het wijktype in het algemeen is voor hitte en wateroverlast en welke maatregelen er vaak goed passen.

Historische binnenstad

Opvallend aan dit wijktype zijn de gesloten bouwblokken van drie tot vijf verdiepingen. De straten zijn vaak smal en voor het grootste deel verhard, met enkele, soms monumentale soorten groen. In historische binnensteden vind je vaak monumentale singels en grachten of monumentale lanen en parken met grote bomen.

Klimaatbestendigheid

Hitte

De manier waarop historische binnensteden zijn opgebouwd, zorgt ervoor dat steenachtige materialen veel warmte opslaan. Daarnaast is er weinig verkoeling door groen en is de ventilatie beperkt. Dit leidt tot hoge temperaturen in straten en op pleinen. Hoeveel de straten opwarmen of warmte vasthouden hangt af van de hoogte-breedteverhouding van de gebouwen, de oriëntatie van de straten en de bebouwing. De straatoriëntatie bepaalt door de ligging ten opzichte van de zon overdag het schaduwpatroon: noord-zuid georiënteerde straten krijgen ‘s ochtends wat schaduw aan de oostkant en aan het eind van de middag wat schaduw aan de westkant. Vooral tussen 12-14 uur is er heel weinig schaduw in de straat. Het is moeilijk om hier bomen te planten, omdat die veel ruimte innemen in de smalle straten. Vaak wordt ervoor gekozen om de ruimte anders te gebruiken.

Wateroverlast

Historische binnensteden zijn om meerdere redenen gevoelig voor wateroverlast. Zo hebben de huizen vaak souterrains waar veel schade kan ontstaan als er water naarbinnen stroomt. Daarnaast zijn oudere stadsdelen organisch gegroeid: de hoogteverschillen tussen het straatpeil en de drempelhoogte wisselen daardoor vaak. Sommige panden liggen gelijk aan het straatpeil of zelfs lager. Winkelstraten zijn vaak zoveel mogelijk aangelegd zonder verschillen met de maaiveldhoogte en zonder randen. Veel winkelpanden hebben geen drempels en er is nauwelijks hoogteverschil tussen de straat en het vloerpeil van de begane grond.

Maatregelen

Door de grote druk op de openbare ruimte in stadscentra is het moeilijk om hier maatregelen te nemen die veel plek innemen. Je zou daarom moeten zoeken naar oplossingen die gebruimaken van oppervlakken die niet helemaal gebruikt worden of die een dubbele functie kunnen hebben. Het ligt voor de hand om maatregelen te combineren die bijdragen aan waterberging en hittestress kunnen beperken.

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Historische binnenstad.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Stedelijk bouwblok

Opvallend aan dit wijktype zijn de gesloten bouwblokken van vier tot zes verdiepingen. Stedelijke bouwblokken staan vaak nogal dicht op elkaar en er is veel verharding. Ook is er weinig groen in de smalle straten. Daarnaast is er weinig openbaar groen en de woningen aan de begane grond hebben meestal geen voortuin. Alleen als de straat iets breder is, is er soms een groenstrook. De hoeveelheid schaduw in de verschillende straten kan erg wisselen. Soms heeft een straat geen volgroeide bomen, soms een enkele rij en soms een dubbele rij. De binnentuinen binnen het bouwblok zijn vaak erg groen met grote volwassen bomen. Het groen in deze bouwblokken staat wel onder druk door de populariteit van tegelterrassen en uitbouwen.

Klimaatbestendigheid

Hitte

De hoogte-breedteverhouding van 3/2 betekent een smalle straat. Daardoor is de ventilatie beperkt maar is er relatief wel veel schaduw. De warmte blijft langer hangen omdat deze moeilijk wordt weggeventileerd of uitgestraald. De straatoriëntatie bepaalt overdag hoeveel schaduw er is: noord-zuid georiënteerde straten krijgen ‘s ochtends wat schaduw aan de oostkant en aan het eind van de middag wat schaduw aan de westkant. Vooral tussen 12-14 uur is er heel weinig schaduw in de straat. Dit betekent dat er overdag veel zon is in dit soort straten. In een oost-west georiënteerde straat is er op het midden van de dag juist schaduw langs de zuidkant van de straat. Hoeveel de straten opwarmen, hangt sterk af van de aanwezigheid van bomen. Een dubbele rij met volwassen bomen in de straat kan een bijna gesloten bladerdek vormen, waarmee je kunt voorkomen dat straat en gevel opwarmen.

Wateroverlast

Of dit wijktype gevoelig is voor waterschade hangt sterk af van de vraag of er oppervlaktewater is zoals grachten en singels. Even belangrijk is waar dit oppervlaktewater is en hoe groot dit is. Er is veel verhard oppervlak, wat betekent dat er ook veel afstromend regenwater is. Door de gesloten bouwblokken kan het water in de binnentuinen moeilijk weg. In dit wijktype zijn veel souterrains, waar waterschade grote gevolgen heeft. Om problemen te voorkomen, heb je genoeg oppervlaktewater nodig in de buurt van de verharde straat of weg die de regen afvoert. Ook moet het regenwater dan goed worden geleid. Maar als er geen oppervlaktewater in de buurt is, kan er bij hevige neerslag snel wateroverlast ontstaan.

Maatregelen

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Stedelijke bouwblokken.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Volkswijk

Opvallend aan dit wijktype zijn de relatief smalle straten met eengezinswoningen van twee of drie verdiepingen. De huizen hebben geen voortuin en er is heel weinig gemeentelijk groen. De achtertuinen zijn ondiep met veel verstening. Er zijn geen bomen in deze straten. Als ze er wel zijn, zijn ze klein en in slechte conditie. De auto speelt een grote rol omdat er aan beide kanten van de straat wordt geparkeerd.

Klimaatbestendigheid

Hitte

De meeste woningen zijn even hoog, waardoor bij lage windsnelheden de lucht in de straat niet goed kan mengen. Dat betekent dat er weinig ventilatie is. De hoogte-breedteverhouding van 1/1 betekent dat de huizen voor weinig schaduw op straat zorgen. Door de combinatie van veel zon, weinig ventilatie en heel weinig groen is dit wijktype kwetsbaar voor hitte.

Wateroverlast

In volkswijken kan regenwater bij extreme buien door alle verharding snel tot schade leiden. De straten zijn van gevel tot gevel verhard. Dit wijktype is vaak centraal gelegen aan de rand van de binnenstad. Daardoor verschilt het per wijk of er naast de wijk een gebied is met water of natuur waar het regenwater naartoe geleid kan worden.

Maatregelen

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Volkswijken.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Tuindorp

Opvallend aan dit wijktype zijn de eengezinswoningen in de jaren 30-stijl. Ze hebben twee tot drie verdiepingen en ruime voor- en achtertuinen. Hierdoor is openbaar groen in de straten vaak beperkt. De straten hebben een ruime breedte van 15-20 meter en de binnenplaatsen hebben een gemiddelde breedte van 25 meter. De hoeveelheid groen per woning verschilt hier erg. Als het groen hoog genoeg is, kan het in deze straten voor schaduw zorgen. Een nadeel van veel dicht groen is dat het de luchtstroming in de straat kan verminderen. In de straten heb je naast een voortuin voor iedere woning ook parkeerplaatsen aan beide kanten.

Klimaatbestendigheid

Hitte

In de tuindorpen is er slechts een beperkt risico op hittestress omdat er vaak veel groen in de directe omgeving van de woningen is. Omdat dit groen in de privétuinen van de bewoners ligt, is het belangrijk dat bewoners zich ervan bewust zijn dat hun tuin kan bijdragen aan het microklimaat rond en in de woning.

Wateroverlast

Of tuindorpen gevoelig zijn voor waterschade hangt af van de manier waarop straten en wegen zijn ingericht, van de inrichting van de tuinen en van de hoogte van de drempels en vloer van de woningen. Regenwater kan snel de woningen in lopen als een weg niet veel water kan bergen, de tuinen verhard zijn en even hoog liggen als de woningen. Omdat bewoners het belangrijk vinden dat er altijd genoeg parkeerplaatsen zijn, kan het moeilijk zijn om bomen te planten of om een groenblauw gebied aan te leggen.

Maatregelen

 Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Tuindorpen.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Vooroorlogse woonwijk

De vooroorlogse woonwijk bestaat uit bebouwing van verschillende perioden, vooral van voor 1945. In veel Nederlandse dorpen bestaat de kern uit historische boerderijen en kerk- of handelsgebouwen. De ruimte ertussen is in de loop van de jaren met bebouwing gevuld. Ook is er langs de aansluitingswegen tussen steden en het omliggende platteland lintbebouwing ontstaan met afwisselend historische bebouwing en nieuwe gebouwen.

Klimaatbestendigheid

Hitte

Dorpskernen verschillen van elkaar in hun ruimtelijke opzet en in de ruimte die er is voor groen, voor openbare groene ruimte met zitplekken en voor grote volwassen bomen. In dorpen vormt de plek van de auto nog een groter dilemma dan in steden. Lokale ondernemers zijn afhankelijk van bewoners uit het dorp maar vooral ook van bewoners uit het omliggende platteland die vaak uitsluitend met de auto komen. Zonder voldoende parkeergelegenheid zullen bewoners van het buitengebied uitwijken naar de voorzieningen van grotere steden waar geld is voor ondergrondse parkeervoorzieningen. Bij lintbebouwing is er achter minstens één kant van de bebouwing een open en groene ruimte. Deze openheid zorgt voor veel ventilatie, maar ook open grasland warmt op hete dagen sterk op omdat er geen schaduw van bomen is. Bewoners kunnen de situatie verbeteren door in hun eigen tuin met bomen schaduw te creëren.

Wateroverlast

Het is niet mogelijk een duidelijk beeld te geven van hoe kwetsbaar straten voor wateroverlast zijn in een voorloorlogse woonwijk. Dat komt omdat dit wijktype een samenstelling kan zijn van verschillende wijktypologieen. Om in te schatten hoe kwetsbaar het wijktype Vooroorlogse woonwijk is voor wateroverlast, kun je kijken naar het wijktype met straten waar jouw straat het meest op lijkt.

Maatregelen

 Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Vooroorlogse woonwijk.

Klein ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Naoorlogse woonwijk

Opvallend aan dit wijktype zijn de eengezinswoningen van twee of drie verdiepingen, met zowel een voor- als achtertuin. Dit zijn rijtjeswoningen of twee-onder-een-kapwoningen. De straten zijn relatief breed, vaak met veel verharding voor parkeerruimte. De voortuinen zijn vaak ook verhard, waardoor het huidige percentage groen beperkt is. Meestal zijn de straten en wijken ingeklemd tussen bestaande bebouwing en bij de aanleg is er weinig ruimte gecreëerd voor openbaar groen.

Klimaatbestendigheid

Hitte

Het risico op hittestress hangt in deze wijken vooral af van de aanwezigheid van straatbomen en van de verharding in privétuinen. Als een wijk weinig openbaar groen heeft, hebben de bewoners geen plek om tijdens hete dagen verkoeling te zoeken. Je kunt de situatie verbeteren door versteende pleintjes te vergroenen en door bestaand groen toegankelijker te maken.

Wateroverlast

De kwetsbaarheid voor wateroverlast bij extreme neerslag verschilt per situatie. De wat oudere wijken zijn kwetsbaarder dan de jongere wijken. Dat komt doordat in de wat de oudere wijken meestal een gemengd riool ligt. In de wat jongere wijken is vaker een gescheiden riool aangelegd.

Maatregelen

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Naoorlogse woonwijken.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Tuinstad laagbouw

Opvallend aan dit wijktype zijn de open bouwblokken van twee tot drie verdiepingen met veel ruimte voor groen. De eengezinswoningen hebben vaak een eigen tuin en daarnaast is er half-openbaar groen binnen de open bouwblokken. Het half-openbare groen bestaat vooral uit een grasveld met soms een enkele boom. De wegen tussen de bouwblokken bevatten vaak een enkele rij bomen of een groenstrook.

Klimaatbestendigheid

Hitte

Dit wijktype is door zijn open structuur en hoogte-breedteverhouding van 2/3 minder kwetsbaar voor hitte. Woningen zijn vooral kwetsbaar als ze geen buitenzonwering hebben. Herontwikkeling of inbreiding kan in deze wijken ten koste gaan van de hoeveelheid groen. In dat geval moet er extra aandacht gaan naar koele routes en koele plekken.

Wateroverlast

Extreme buien kunnen in deze wijken voor flink wat water op straat zorgen. Dat komt omdat het aanwezige groen niet is ingericht om bij te dragen aan infiltratie, waterberging en afwatering. Door de ruime opzet van straten en groen kan het water wel over een groot oppervlak worden verdeeld. Of het water de woningen in komt, hangt hier ook af van hoe hoog de drempels van de buitendeuren zijn.

Maatregelen

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Tuinstad laagbouwwijken.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Voor dit wijktype zijn er geen grote ingrepen mogelijk.

Tuinstad hoogbouw

Opvallend aan dit wijktype zijn de open bouwblokken van vier tot tien verdiepingen met veel open ruimte tussen de blokken. Door bouwblokken met veel verdiepingen te bouwen, is geprobeerd om in een beperkte ruimte veel woningen te creëren, met ‘licht, lucht en ruimte’ binnen de woningen en in de straten. In deze wijken vind je vaak veel van dezelfde woningen die relatief klein en goedkoop zijn. De appartementen hebben geen eigen tuin. In de straat is vaak weinig groen en soms zijn de binnenplaatsen verhard om te kunnen parkeren, waardoor het percentage groen laag is. De buitenruimte is op een vrije manier ingericht. De verkaveling om het gebouw is niet zoals bij grondgebonden woningen een rooijlijn, dan voortuinen, stoep, weg. De ruimte om de gebouwen heeft soms tuinen, soms semi-openbare tuin, maar is meestal openbaar. In die ruimte is veel vrijheid in hoe parkeren, groen, verblijfsruimten en andere functies worden ingedeeld. Omdat elke ingang van de hoogbouw toegang biedt aan heel veel appartementen en omdat op de begane grond de bewoners hun berging hebben. Daardoor kun je vanuit de woningen de straat niet goed zien en is er weinig sociale controle. Groen is een heel belangrijk onderdeel van de structuur van de wijken. Tussen de bouwblokken bevindt zich een groengebied of een parkeerplaats, soms ook een combinatie van die twee.

Klimaatbestendigheid

Hitte

Deze wijken zijn vaak groen en hebben in de buitenruimte minder risico op overlast en schade door extreme hitte. Door de hoge gebouwen en de open groene ruimten ertussen is er namelijk veel ventilatie. Wel kan het flink warm worden in tuinsteden met weinig bomen of veel verharding op de grote parkeerplaatsen. Zeker op windstille dagen zijn er in deze wijken te weinig plekken die voor verkoeling zorgen.

Wateroverlast

Extreme buien kunnen in deze wijken voor flink veel water op straat zorgen omdat het aanwezige groen niet is ingericht om bij te dragen aan infiltratie, waterberging en afwatering. Maar er zal niet vaak schade aan woningen zijn omdat die zich boven het maaiveld bevinden. In sommige gevallen zijn de bergingen half verdiept aangelegd. Die kunnen bij hevige neerslag wel onderlopen.

Maatregelen

Om deze wijken aantrekkelijker te maken, is het nodig om de woningen en de buitenruimte te veranderen. Daarvoor is er meer variatie nodig tussen de woningen en zijn er meer energiezuinige, ruimere woningen nodig die ook wat luxer zijn. Een renovatie biedt kansen om klimaatbestendige maatregelen te nemen.

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor Tuinstad hoogbouwwijken.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Hoogbouw

Opvallend aan dit wijktype is de verspreide bebouwing van gebouwen met minstens zes verdiepingen. Het percentage groen is heel beperkt. Bij hoogbouw wordt de lucht in de binnenruimte meestal mechanisch gecontroleerd. In tegenstelling tot andere bebouwing ligt de focus vooral op koeling omdat de temperatuur door de transparante gevels snel kan stijgen. In deze wijken hebben gebouwen veel verschillende functies: ze kunnen bijvoorbeeld ruimte bieden aan kantoren, appartementen of winkels.

Klimaatbestendigheid

Hitte

Hoe hoger en dichter de bebouwing, hoe minder zonnestraling er op straat is. In dit wijktype duurt het langer voordat de hitte doordringt op straatniveau. Maar de hitte blijft ook langer hangen omdat deze niet weg kan ventileren of uitstralen naar de nachtelijke hemel. Voor maatregelen is het belangrijk om te kijken hoeveel zonnestraling er over de dag heen op de looproutes is. Je kunt strategische plekken als koele verblijfsplek inrichten, door te zoeken naar schaduw bij gebouwen of door deze te creëren met bomen en/of andere oplossingen.

Wateroverlast

Extreme buien kunnen een grote uitdaging zijn in hoogbouwgebieden. De ruimte tussen gebouwen lijkt soms leeg, maar onder de grond bevinden zich vaak parkeerkelders. Daardoor is het niet mogelijk om te zorgen voor oppervlaktewater of infiltratie.

Maatregelen

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Hoogbouw.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Bloemkoolwijk

Opvallend aan dit wijktype zijn de kronkelende straten in een gesloten bouwblok. De structuur lijkt vanuit de lucht gezien op een bloemkool, met de woonerven als bloemkoolroosjes. Dit wijktype komt veel voor: in 2008 woonde één op de zes inwoners van Nederland in zo’n ‘woonerfwijk’. Deze wijken zijn gebouwd met het idee dat de sociale samenhang op buurtniveau terug moest komen. Wat dit lastig maakt, is dat er in deze wijken vooral gewoond wordt: sociale activiteiten als werken en winkelen gebeuren buiten de buurt. Ook voorzieningen als scholen, sportclubs en bibliotheken vind je hier niet altijd. De bloemkoolwijk vind je meestal aan de rand van steden, op redelijke fietsafstand van de binnenstad. In veel gevallen ligt er een grote verkeersader tussen de wijk en de stad. Die vormt een barrière, maar zorgt er ook voor dat deze wijken redelijk goed aangesloten zijn op uitvalswegen, wat aantrekkelijk is voor bewoners die buiten de stad werken. Omdat de wijken voor forensen op een gunstig plek liggen, hebben de meeste bewoners een auto. Maar bij de aanleg van de woonerven, is weinig rekening gehouden met de rol van de auto. Het gevolg is dat de parkeerdruk hoog is. Aan de inrichting van de woonerven zie je dat de auto inmiddels heel belangrijk is. Een bijzondere kwaliteit van deze wijken is de grote hoeveelheid groen die direct tegen de woonerven aanligt. Bij de aanleg zijn groen en blauw bewust gebruikt voor de woonkwaliteit. De eengezinswoningen hebben een voor- en een achtertuin. In de hofjes is veel parkeerruimte. In de overgebleven ruimte ligt gras of groeien planten of struiken, wat dit groen erg versnipperd maakt. De verbindingswegen naar de hofjes hebben vaak brede groenstroken. Maar de verbindingen tussen woonerven en groen zijn zwak: de woonerven zijn sterk verhard en ze sluiten visueel niet goed aan bij het omliggende groen. Tussen de hofjes bevinden zich groengebieden die grenzen aan de achtertuinen van de woningen. Hierdoor bevindt het groen zich vaak buiten de leefomgeving van de hofjes, zodat bewoners minder het gevoel hebben dat ze in een groene wijk wonen.

Klimaatbestendigheid

Hitte

Omdat deze wijken aan de rand van de stad liggen en er veel groen en water is, is er relatief weinig risico op hittestress. Het verschilt per wijk of het tijdens hete dagen erg opwarmt. Dit hangt af van de manier waarop de hofjes en privétuinen zijn ingericht. Toch ontstaan er problemen met hitte in de straten en op de woonerven omdat daar op sommige plekken veel verharding is en weinig groen. De grote groengebieden in deze wijken zouden voor iedereen goed bereikbaar en toegankelijk moeten zijn.

Wateroverlast

De bloemkoolwijken uit de jaren 70-90 worden tegenwoordig vaak heingericht. De herinrichting staat gepland voor de komende jaren of is al kortgeleden uitgevoerd. Hierbij worden de verzakte straten standaard opgehoogd naar het peil zoals bij de aanleg. De kans op wateroverlast neemt hierdoor toe, omdat je hiermee de waterberging verwijdert die op straat door de verzakking is ontstaan.

Maatregelen

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Bloemkoolwijken.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Vinex-wijk

Opvallend aan dit wijktype zijn de verschillende soorten eengezinswoningen in strokenbouw: twee-ondereen-kapwoningen, vrijstaande woningen en appartementen. In deze wijken is in het straatprofiel mogelijk meer ruimte voor groenstroken en bomen. Maar groenstroken vind je hier niet en bij groen is vaak voor een kleine boomsoort gekozen. Er is vooral ruimte voor groen en water langs wijken en ontsluitingswegen. Ook is er in veel gevallen een netwerk met oppervlaktewater. De huizen hebben vaak een voortuin en een ruime achtertuin. De straten zijn relatief breed: gemiddeld 20 meter. Er is ruimte voor parkeerplekken en een krappe boomspiegel. In de openbare ruimte en vooral in privétuinen is veel verharding.

Klimaatbestendigheid

Hitte

Door de bredere straten is de ventilatie beter dan in de tuindorpen, naoorlogse woonwijken en bloemkoolwijken. Maar omdat openbare ruimte en privéterreinen vaak verhard zijn, is het risico op hittestress toch vrij hoog. Op veel plekken is bij het planten van straatbomen te weinig aandacht geweest voor de groeiplaats. Hierdoor groeien de bomen langzamer en blijven ze kleiner. Het gevolg is dat ze bijvoorbeeld minder goed voor verkoeling zorgen en minder goed fijnstof filteren.

Wateroverlast

Bij de aanleg van deze nieuwste wijken is geen rekening gehouden met de nieuwste scenario’s voor hoe je met regenwater moet omgaan. De ontwerpen zijn vaak gebaseerd op de standaardnorm van 20 mm/uur. Dit is een gemiste kans, omdat voor veel van deze wijken genoeg zand is gebruikt om water lokaal te kunnen bergen en infiltreren. Als er genoeg oppervlaktewater is, kun je het regenwater hierop laten afwateren. Daarmee kun je bij extreme buien veel schade voorkomen. De komende jaren zullen de straten nog niet aangepast worden. Maar als herbestrating nodig is, is het slim om naar mogelijkheden voor waterbuffers en infiltratie te kijken.

Maatregelen

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Vinex-wijk.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Villawijk

Een villawijk is een buurt met grote vrijstaande huizen met veel ruimte tussen de woningen en grote tuinen. Villawijken liggen buiten het centrum van steden. Je vindt ze ook vaak aan de randen van dorpen. De ruime woningen in villawijken behoren tot de duurdere woningen. De meeste villa’s dienen als woning, maar vaak worden ze ook gebruikt door makelaars, artsen of notarissen.

Klimaatbestendigheid

Hitte

Villawijken zijn ruim opgezet met veel ruimte tussen de woningen voor groen en ventilatie. Het groen bevindt zich alleen op privéterrein en is niet openbaar toegankelijk. Vanwege de grote, vaak groen ingerichte tuinen zal er voor bewoners genoeg verkoeling op eigen terrein zijn.

Wateroverlast

De privétuinen in villawijken zijn niet speciaal ingericht om extreme neerslag op te kunnen vangen. Maar door de ruimte om de woningen zal het regenwater goed verdeeld worden over het maaiveld. Vooral in heuvelachtige gebieden kan er veel regenwater stromen naar het laaggelegen deel van de wijk, wat voor schade en overlast kan zorgen.

Maatregelen

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Villawijk.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Bedrijventerrein

Een bedrijventerrein is een gebied binnen of buiten de bebouwde kom van een stad of dorp dat bedoeld is om bedrijven te huisvesten. Om logistieke redenen bevinden ze zich vaak langs spoorwegen, waterwegen of autosnelwegen. Verder van de stadscentra is de grond ook goedkoper, wat bedrijventerreinen aantrekkelijk maakt. Er is vaak weinig aandacht besteed aan de groenvoorzieningen. Ook is er weinig gedaan om deze wijken er aantrekkelijk uit te laten zien. Een bedrijventerrein wordt ontwikkeld vanuit zones. In sommige gevallen is de hele zone al als bedrijventerrein ontwikkeld. In andere gevallen zijn er nog grote groengebieden.

Klimaatbestendigheid

Hitte

Bedrijventerreinen zijn geen woongebieden en daardoor kun je hier anders naar hittestress kijken. Er wonen geen kwetsbare groepen, maar er zijn wel werknemers en bezoekers die last kunnen krijgen van hitte of producten die gekoelt bewaard moeten worden. Het grootste deel van bedrijventerreinen is in privébezit. Eigenaren leggen bijna geen groen aan om de bedrijfshal, maar vooral verharding voor parkeerplekken en opslagruimte. Hierdoor is er weinig groen tussen alle verschillende bouwblokken. Daaromheen kan nog veel open groene ruimte zijn.

Wateroverlast

De grote, verharde delen op bedrijventerreinen kunnen voor wateroverlast zorgen, vooral als sommige delen lager gelegen zijn. Dan stroomt al het regenwater naar het lagergelegen deel. In een vlak gebied is de verhouding tussen de bebouwing en de open ruimte gunstig: het water kan zich over een groot oppervlak verspreiden, waardoor het risico op wateroverlast klein is.

Maatregelen

Hieronder vind je maatregelen die geschikt zijn voor het wijktype Bedrijventerrein.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Vernieuwd

Vernieuwing in bestaande bouw is een verzameling van nieuwe gebouwen in alle soorten wijktypen. Denk hierbij aan nieuwe panden in de grachtengordel, inbreiding tussen twee volkswijken of nieuwe appartementen in een tuinstad. De vernieuwing kan dezelfde soort bebouwing zijn als in omliggende straten of juist een heel andere. Dat maakt deze categorie heel divers.

Klimaatbestendigheid

Omdat het wijktype Vernieuwd een vernieuwing kan zijn van verschillende wijktypologieën is het niet mogelijk een duidelijk beeld te geven van de kwetsbaarheid. Om in te schatten hoe kwetsbaar het wijktype Vernieuwd is voor hitte- en wateroverlast, kun je kijken naar de typologie met straten die het meest op de jouwe lijken.

Maatregelen

Voor maatregelen voor de typologie Vernieuwd kun je kijken naar de maatregelen van een wijktypologie met straten die het meest op de jouwe lijken.

Kleine ingrepen

Bron:  RVO 

Gemiddelde ingrepen

Bron:  RVO 

Grote ingrepen

Bron:  RVO 

Content

Hogeschool van Amsterdam