
Vliegbasis Leeuwarden
1850 - heden || Moderne tijd
Ten noordwesten van Leeuwarden ligt de gelijknamige vliegbasis. Deze basis heeft een grote invloed gehad op het omringende landschap. Onder de aanvliegroutes zijn de stad en de dorpen nauwelijks uitgebreid en zo is het landschap aan de noordzijde van Leeuwarden minder verstedelijkt dan aan de andere zijden. Gedurende de Tweede Wereldoorlog kreeg de vliegbasis zijn maximale omvang. Tot ver buiten de huidige vliegbasis werden munitiecomplexen en opstelplaatsen gebouwd en luchtafweer geplaatst.
Friesche Luchtvaart Vereeniging (F.L.V.)
De vliegbasis begon als vliegveld voor de burgerluchtvaart. In de jaren dertig zocht de Friesche Luchtvaart Vereeniging (F.L.V.) een centrale locatie om Friesland aan te sluiten op het netwerk van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (K.L.M). Deze vond men ten noorden van Leeuwarden aan het Keegsdijkje. Hier lag, niet ver van de stad, een groot vlak terrein zonder bebouwing, wat het geschikt maakte voor de aanleg van een vliegveld. In 1936-1937 werd aan het vliegveld gebouwd. Het centrale deel werd ingenomen door een grasmat van 800 x 800 meter van waar de vliegtuigen konden opstijgen en landen. Tot augustus 1939 heeft de K.L.M. lijndiensten onderhouden vanaf Leeuwarden.
Aanleg van het vliegveld in de periode 1936-1937.
Fliegerhorst

Elektrisch gemaal in de Jelsumer Feart dat het overtollig water van het vliegveld wegpompt.
Kort na de bezetting werd het vliegveld overgenomen door de Duitse bezetter en gebruikt voor verkenningsvluchten. Het voldeed echter niet aan de eisen van de Luftwaffe, dus werd al snel begonnen met de bouw van een groter vliegveld. Door de Bauleitung (een onderdeel van de Wehrmacht, verantwoordelijk voor de bouw van gebouwen, infrastructuur en verdedigingswerken) werden 7500 mensen aan het werk gezet om de kleine grasmat om te zetten naar een volwaardige ‘Fliegerhorst’. Sloten werden gedempt, teelaarde werd afgegraven en puin werd gestort om er vervolgens betonnen startbanen overheen te gieten. De drie start- en landingsbanen van Leeuwarden kregen aanvankelijk lengtes van 1500, 1300 en 1200 meter, in een latere fase zijn deze verlengd tot 1600 meter. De Duitse opzet van de banen is nog altijd herkenbaar in de huidige banen. Om te voorkomen dat de bodem te zompig zou worden om de zware vliegtuigen te ondersteunen, is er een uitgebreid drainagesysteem aangelegd. Dit waterde af op een systeem van brede sloten aan de zuidoostzijde van het veld. Deze leidden naar een speciaal hiervoor gebouwd elektrisch gemaal ten oosten van de Mr. P.J. Troelstraweg (tegenover nummer 18), dat het water in de Jelsumer Feart pompt. Dit gemaal bestaat nog steeds.
Einde van de Fliegerhorst
Gedurende de oorlog vonden er verschillende bombardementen plaats door geallieerden op het vliegveld. Na het bombardement op 11 en 16 september 1944, dat de geallieerden uitvoerden in voorbereiding op operatie Market Garden, vertrok de Luftwaffe tijdelijk van het vliegveld. Nadat operatie Market Garden was mislukt, keerde de Luftwaffe terug naar het vliegveld. De schade werd hersteld en de startbanen zelfs uitgebreid. Vanaf begin 1945 was het vliegveld operationeel en stegen er weer vliegtuigen op. Dit was echter van korte duur. Op 15 april werd Leeuwarden bevrijd door de 9e Infanterie Brigade van de Canadese strijdkrachten. Om te voorkomen dat het vliegveld door de geallieerde troepen kon worden gebruikt, werden materieel en gebouwen opgeblazen en de start- en landingsbanen vernield. Na de oorlog was het vliegveld weer kort in gebruikt voor de burgerluchtvaart. Op 7 februari 1949 wees het Ministerie van Oorlog het vliegveld officieel aan als militair luchtvaartterrein.
De ruïne van hal 2 op het einde van baan I in het noorden van het vliegveld, na het bombardement van april 1945. HCL idnr. FDKEEGSDB034.
Na de oorlog is het vliegveld overgenomen door de Nederlandse strijdkrachten en door de jaren heen verbouwd en aangepast. Het oppervlak is afgenomen en gebouwen zijn meer gecentreerd. Hierbij zijn veel van de resterende Duitse gebouwen op den duur verdwenen. Uit de vooroorlogse periode resteert nog een houten K.L.M.-gebouwtje, dat nu dienst doet als traditiekamer.
Bronnen:
- Jansen, A.A., 1976. Wespennest Leeuwarden, De geschiedenis van de strijd van de Duitse Nachtjagers en geallieerde luchtmachten boven Noord-Nederland in de jaren 1940-1945. Hollandia B.V., Baarn
- Grimm, P., E. van Loo & R. de Winter (red), 2017. Vliegvelden in oorlogstijd. Nederlandse vliegvelden tijdens bezetting en bevrijding 1940-1945. Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag.