Resultaten enquête

zijn afkomstig uit de enquête die voorafgaand aan de workshop "Biobased Bouwbos als verdienmodel in veenweidegebieden" is verstuurd.

Algemene informatie respondenten

Van de 14 geënquêteerde respondenten komt de meerderheid (6 personen) uit Friesland met Noord-Holland op de tweede plaats (2 personen). Meerderheid (4 personen) bestaat uit de boeren, met hetzelfde aantal onderzoekers en de medewerkers van de kennisinstituten. Ook twee producenten van de bio bouw materialen hebben deelgenomen aan het invullen van de enquête, vervolgd door hetzelfde aantal boerenbelangen organisaties en ook twee andere geïnteresseerden.


De grootste belemmeringen

De grootste belemmeringen voor de deelnemers zijn: voornamelijk gebrek aan kennis en ervaring over de teelt, oogst, verwerking en afzet van biobased materialen (10 respondenten), gebrek aan vraag of markt voor biobased bouwproducten (7 respondenten) en gebrek aan financiële prikkels of subsidies (6 respondenten). Ook het gebrek aan ruimtelijke of juridische mogelijkheden om biobased bouwmaterialen te telen of te gebruiken is van belang voor 5 respondenten (voornamelijk bij de producenten en kennisinstituten).

Het aantal andere belemmeringen op een rij volgens de respondenten:

  • Het inheemse aspect ontbreekt. En ik weet niet wat de hele levenscyclus is. Van begin van aankoop tot onderhoud en dan het verwerken van de materialen. Zijn alle stappen wel doordacht of zitten er ergens verborgen belasters?
  • Landschap (hoge gewassen en bomen). Discussie voedselvoorziening vs. materialen. Saldo, vooral de gewassen waar nog beperkte kennis,verwerkingscapaciteit en vraag naar is.
  • Grote investeringen in tijd en in geld voor de planning en omvorming van de productie percelen en aanschaf van plantmateriaal en machines.
  • Gebrek aan een goed verdienmodel voor de boer. Een boer moet zijn boterham ermee kunnen verdienen.
  • Op dit moment is de regelgeving rondom bouwen zo ingericht, dat het voor nieuwbouw bijna onmogelijk is om op grote schaal biobased isolatiematerialen toe te passen. Wanneer de afzet er is, is er voldoende draagvlak in de agrarische sector om te telen.
  • Certificering van nieuwe materialen voor de bouw duurt te lang om het risico voor een transitie te realiseren.
  • Bouwend Nederland / TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek) / NEN (Nederlands Normalisatie Instituut).
  • De overschakeling in inrichting en bedrijfsvoering, loskomen van bestaande zekerheden.
  • Durf. We moeten gewoon gaan doen.

Ambities en doelen:

De grootste doelen en ambities voor biobased bouwen zijn onder de respondenten: het creëren van een nieuw verdienmodel voor boeren in veenweidegebieden (7 personen), het bijdragen aan de ecologische, maatschappelijke en landschappelijke waarde van het gebied (6 antwoorden) en het verbinden van de agrarische en de bouw sector (4 respondenten). Het stimuleren van de lokale economie en werkgelegenheid is ook de grootste doel of ambitie voor biobased bouwen volgens 3 respondenten.

Kansen op een rij volgens de respondenten:

  • Met een iets andere blik op de regelgeving/kostprijs van een woning, kunnen we veel gezonder bouwen en leven. Voor mens, omgeving en natuur. Dit leidt daarnaast tot de toename van een aantal extensieve teelten die een positieve bijdrage aan de landbouw kunnen leveren.
  • Gebieden met ecologische opgaven (stikstof, waterkwaliteit, waterpeilverhoging), waardoor reguliere gewassen en veeteelt minder goed kan plaatsvinden. Ik zie ook kansen voor kleinschalige verwerking tot bouwmaterialen, bijvoorbeeld op het boerenerf.
  • Zeer veel kansen voor de volgende generaties om een nieuwe architectuur- en bouwcultuur te ontplooien.
  • Voor bouwen zeker, voor verbouwen stukken minder, bodem is eigenlijk niet geschikt.
  • Nu niet, maar als vanuit de bouwindustrie meer duidelijkheid komt wat nodig is, kunnen agrariërs daarop inspelen.
  • Toepassing als isolatiemateriaal, teelt op economisch minder rendabele gronden.
  • Kans voor transitie boeren, betere kwaliteit en gebruik van grond.
  • Groot, veel veenweide waarvoor alternatief moet worden geboden.
  • Veel vraag. Veel wil.

Welke gewassen zijn al bekend en voor welke is nog informatievoorziening nodig?

De respondenten zijn het meest bekend met lisdodde en riet, gevolgd door olifantsgras en hennep. De grootste vraag naar informatie heeft betrekking op de boomsoorten.


Andere opmerkingen en vragen van de respondenten:

  • Meerdere maatschappelijke problemen aangepakt met een oplossing. Waarom alleen op veen?
  • Volgens mij is veengrond niet geschikt voor het verbouwen van een aantal gewassen, zeker niet als het waterpeil wordt verhoogd. Voor olifantengras moet het waterpeil niet te hoog zijn. Daarnaast moet het al in het voorjaar gezaaid worden. Op veenweide kun je pas laat in het jaar (vergeleken met andere gebieden). Als het waterpeil verhoogt wordt zal dit nog later zijn. Hout verbouwen op veenweide lijkt mij helemaal geen goed idee.
  • Kijk naar de haalbaarheid zowel praktisch met werktuigen en dergelijke, verdienmodel voor boeren en de markt.
  • Erg interessant concept! Ben benieuwd of dit te combineren is met verhoging van de waterstand.
  • Ten eerste wordt het op veenweide veel te rooskleurig ingeschat, de teelt is op zandgrond veel interessanter, ten tweede doet het ook wat met het landschap, open polders worden gewaardeerd, als er 3 maanden niet over maïs heen gekeken kan worden vindt men dat al bezwaarlijk. Gewassen als miscanthus kan je er 8 maanden niet overheen kijken.
  • Ik denk dat je met de kennis van nu niet in het veenweidegebied met dit soort teelten aan de gang moet gaan, het wordt veel te rooskleurig ingezien. Er is door de eeuwen heen niet voor niets gras gekomen als teelt in de veenweide, dat was vroeger ook veel meer akkerbouw, dat is niet voor niets.
  • Biobased bouwen heeft zeker toekomst maar voor de teelt zal je meer naar armere gronden moeten gaan. De bouw heeft op zich zeker voordelen, qua isolatiewaarden is het veel verstandiger om zoveel mogelijk houtige materialen te gebruiken dan beton of steen en staal.
  • Hoe roteren de gewassen in dit systeem?
  • Mooi goed nieuws en hoe oogsten?
  • Van veenweide naar bos een hele omschakeling, heeft het gevolgen voor de waarde van de grond?
  • Alles zou kunnen maar de realiteit weet ik nog niet. Denk dat een boer niet zo snel denkt om punt 1 te doen. Geen idee hoe het punt 3 stimuleert, en veengebieden is een 'oi' onderwerp en geen idee of daar allerlei regels vanuit de EU komen om die gebieden te beschermen. Dan zijn alle investeringen voor niets.

Wil je meer informatie krijgen over gewassen als grondstoffen voor biobouw, pilotlocaties op de kaart ontdekken en het ontwerp van het Biobased Bouwbos zien?

Dit kun je allemaal bekijken op de Storymap "Biobased Bouwbos als verdienmodel in veenweidegebieden".

Resultaten enquête voor de workshop "Biobased Bouwbos als verdienmodel in veenweidegebieden"

Aleksandra Pawelec (Hogeschool van Amsterdam)

Van de 14 geënquêteerde respondenten komt de meerderheid (6 personen) uit Friesland met Noord-Holland op de tweede plaats (2 personen). Meerderheid (4 personen) bestaat uit de boeren, met hetzelfde aantal onderzoekers en de medewerkers van de kennisinstituten. Ook twee producenten van de bio bouw materialen hebben deelgenomen aan het invullen van de enquête, vervolgd door hetzelfde aantal boerenbelangen organisaties en ook twee andere geïnteresseerden.

De grootste belemmeringen voor de deelnemers zijn: voornamelijk gebrek aan kennis en ervaring over de teelt, oogst, verwerking en afzet van biobased materialen (10 respondenten), gebrek aan vraag of markt voor biobased bouwproducten (7 respondenten) en gebrek aan financiële prikkels of subsidies (6 respondenten). Ook het gebrek aan ruimtelijke of juridische mogelijkheden om biobased bouwmaterialen te telen of te gebruiken is van belang voor 5 respondenten (voornamelijk bij de producenten en kennisinstituten).

De grootste doelen en ambities voor biobased bouwen zijn onder de respondenten: het creëren van een nieuw verdienmodel voor boeren in veenweidegebieden (7 personen), het bijdragen aan de ecologische, maatschappelijke en landschappelijke waarde van het gebied (6 antwoorden) en het verbinden van de agrarische en de bouw sector (4 respondenten). Het stimuleren van de lokale economie en werkgelegenheid is ook de grootste doel of ambitie voor biobased bouwen volgens 3 respondenten.

De respondenten zijn het meest bekend met lisdodde en riet, gevolgd door olifantsgras en hennep. De grootste vraag naar informatie heeft betrekking op de boomsoorten.