Veldzichtweg 6, Schoonheten

Ben Benninga, geboren in Enschede op 31 maart 1934, woonde met zijn ouders en zus Henriette in Enschede. Vanaf het jaar 1941 begon het voor dit joodse gezin gevaarlijker te worden om in vrijheid in hun woning te wonen: ze gingen onderduiken. Op Bens eerste onderduikadres, bij een pastoor, liet de vrouw van de pastoor zich geregeld in met Duitsers. Dat waren gevaarlijke momenten; dan moest Ben zich vaak verstoppen en dat deed hij in een graf op het kerkhof. Bij de tweede onderduikplaats werd hij verraden door zijn buurman die bij de NSB zat. De derde onderduikplek moest nu gezocht worden.

Dit is de onderduikplek waar Ben Benninga na twee verplaatsingen uiteindelijk terechtkwam bij Stientje en Jan Oostendorp. Hier werd Ben opgenomen in het gezin als hun neefje dat was weggebombardeerd uit Rotterdam. Omdat Schoonheten vlakbij een Duits lanceergebied lag, was extra voorzichtigheid geboden en moest Ben zich meermaals verstoppen. Na enige tijd hadden de directe buren door dat er een joods jongetje werd verstopt. Ben moest weer weg, gelukkig was het dit keer tijdelijk. Ruim tweeëneenhalf jaar lang, tot het einde van de oorlog, ging Ben door het leven als een ‘roodgeverfde’ jongen bij de Oostdorpers in Schoonheten. Stine en Jan hadden de buren overtuigd dat dit het juiste was om te doen en Ben kon tot het einde van de oorlog hier ondergedoken blijven.