B17 F 42-30218

- Vliegtuig: B17 F Flying Fortress

- Zaterdag 11 december 1943, tijd 12:40 uur                   naam: Heavenly Daze

- Serienummer: 42-30218, roepletter: W

- Onderdeel: 95 Bomb Group / 335 Squadron

- Kenteken: zwarte B in wit vierkant

- Basis: Horham

2nd Lieutenant Robert E. Beatty,O-803754, age 25, pilot, POW

Beatty sprong als laatste uit het vliegtuig en kwam neer op 2 kilometer ten oosten van Hallum bij de boerderij Jongsmastate van Hijlke Faber en brak bij de landing op het ijs van de vaart zijn rug. Hij is door opperwachtmeester Jouwstra van Hallum met Duitse soldaten van de Luchtwacht Vijfhuizen zittend op een fiets, tussen twee personen in, naar het huis van Alle Dijkstra gebracht omdat hij aan een verharde weg woonde en waar Kernochan ook was. Ze zijn verzorgd door dokter Manuel van Marrum. Meindert van Dijk van Hallum heeft gesproken met de bemanningsleden en later via het Rode kruis wat persoonlijke eigendommen naar familie van de piloten gestuurd. Om ongeveer 17:30 uur zijn ze met hun uitrusting door een Duitse ziekenauto opgehaald. Beatty en Kernochan hebben de oorlog doorgebracht in Stalag Luft III in Polen. Forand heeft te kennen gegeven dat hij Laney en Beatty in mei 1945 gezien heeft in het verzamelkamp voor krijgsgevangenen Camp Lucky Strike in Frankrijk. Beatty is na de oorlog in Penn Hills in Pensylvania gaan wonen en heeft daar als hoofd onderwijs gewerkt. Hij is op 88 jarige leeftijd overleden op 9 september 2005 en begraven in Plum Creek Cemetry in Pennsylvania.

2nd Lieutenant John B. Kernochan, O-464657, age 21, copilot, POW

Kernochan sprong als één na laatste en kwam met een gebroken enkel terecht in de buurt van het arbeidershuisje van Alle Dijkstra tussen Marrum en Hallum en is bij de familie Dijkstra in huis gebracht. Beatty is daar later ook gebracht. Ze zijn verzorgd door dokter Manuel van Marrum. Meindert van Dijk van Hallum heeft gesproken met de bemanningsleden en later via het Rode kruis wat persoonlijke eigendommen naar familie van de piloten gestuurd. Om ongeveer 17:30 uur zijn ze met hun uitrusting door een Duitse ziekenauto opgehaald. Beatty en Kernochan hebben de oorlog doorgebracht in Stalag Luft III in Polen.

Kernochan is binnen drie dagen na aankomst in New York op 30 mei 1945 uit het raam van zijn hotel gesprongen of gevallen en is daarbij om het leven gekomen. Op dat moment had hij zijn familie nog niet bekend gemaakt dat hij in het land was. Hij is begraven in Graham Cemetry in New York.

2nd Lieutenant David E. Goss, O-741258, age 25, navigator, POW

Goss sprong op een hoogte van 4 kilometer en kwam neer in de 'jister' van de Meier-de Vrieshoeve bewoond door Fokke J. Wijnstra in het Buitenveld onder Veenwouden. Binnen werd hij opgevangen en werd hem duidelijk gemaakt waar hij zich bevond. Er kwamen zoveel mensen op de boerderij die de parachute hadden gezien dat er geen mogelijkheid was hem te verbergen.

Goss werd, na een paar uren bij de familie Wijnstra verbeleven te hebben, opgehaald door de burgemeester en naar Murmerwoude gebracht. Van hier is hij opgehaald door de Duitsers. Met de burgemeester van Dantumadiel is hij nog naar het baarhuisje van Zwaagwesteinde geweest waar hij zijn omgekomen collega Spangenberg heeft gezien.

De overlevenden zijn allemaal in krijgsgevangenschap geraakt en hebben allemaal de oorlog overleefd. Goss heeft Laney en Forand op 14 december ontmoet in Amsterdam op weg naar Frankfurt.

Goss heeft Forand gezien in Camp Patrick Henry in de USA.

Goss heeft als krijgsgevangene de oorlog doorgebracht in  Stalag Luft I kamp Zuid in Noordoost Duitsland. Hier is hij door een collega opgetekend.

Goss was de langst levende van de bemanning. Hij is in mei 2014 overleden. Zijn zoon en kleindochter hebben in Arizona een bedrijf waar ze oude vliegtuigen, ook WW2, restaureren.

2nd Lieutenant Joseph C. Forand, O-678245, age 25, bombardier, POW

Forand was de eerste van de bemanningsleden en sprong op een hoogte van zes kilometer. Hij landde rond 12:30 uur tussen Noordbergum en Twijzel. Hij heeft na wat rondzwerven 's avonds cafe Jachtlust bezocht in Twijzel. Het slaagde niet om hem te verbergen en zo uit handen van de bezetter te houden. Hij is daarop naar Zwaagwesteinde gebracht. Ook hij heeft het baarhuisje met het lichaam van Spangenberg bezocht. De volgende dag is hij bij de politie in Zwaagwesteinde aangegeven. Hij is door de politieagent A. van der Meulen bij fietsenmaker Prins aan de Schoolstraat opgehaald en naar Murmerwoude gebracht waar hij samen met Goss door de Duitsers is opgehaald.

Forand heeft na terugkomst gestudeerd en heeft een carrière bij de luchtmacht doorlopen. Hij is op 62 jarige leeftijd overleden op 17 december 1980 en begraven in Minoa United Methodist Cemetry in New York.

Tech. Sergeant Albert G. Laney, O-14001039, age 25, radio operator, POW

Laney, die licht gewond was kwam in huis bij weduwe Lubberts Iem Westra (Zeedijk 9)

Laney, de radiotelegrafist, was de enige overlevende van de crash. In het huis van weduwe Westra heeft hij chocola en kauwgum uitgedeeld aan de kinderen. Hij raakte via het Bonifatiusziekenhuis in krijgsgevangenschap.

 Miller en Laney zijn met een Duitse ambulance naar het ziekenhuis gebracht.

Hij is in het krijgsgevangenkamp Stalag XVII-b geweest waar hij zat in barak 35B. Hij verklaarde later dat de vijf in het vliegtuig achtergebleven bemanningsleden vlak voor de crash nog in de veronderstelling waren, dat ze onderweg naar Engeland waren. Omdat het toestel op de automatische piloot verder vloog, waren ze niet op een noodlanding voorbereid. Laney heeft later ook nog contact gehad met bewoners uit de regio.

Laney is gaan wonen in Montgomery in Alabama. Hij hij werkte bij de US Postal service is op 81 jarige leeftijd overleden op 17 maart 1999. Hij is begraven in Montgomery Memorial Cemetry in Alabama.

Tech. Sergeant Milton C. Spangenberg, 33352652, flight engineer / top turret gunner, KIA

Spangenberg werd door de piloot naar achteren gestuurd om de bemanningsleden achter in het vliegtuig te vertellen dat ze uit het vliegtuig moesten springen. Onderweg daarheen is hij door een of andere reden door de geopende bomdeuren naar buiten gevallen. Hij had, voor hij naar achteren ging, alleen enkele snijwonden als gevolg van gebroken glas. Omdat Spangenberg niet aankwam en de apparatuur niet meer werkte, wist niemand achterin het vliegtuig van het bevel om te springen.

Hoe het kwam dat Spangenberg uit het toestel viel, of dat hij gesprongen is, is niet te achterhalen. Hij heeft de val niet overleefd. Zijn parachute ontplooide zich te laat en hij kwam neer in een weiland bij de Koopmansweg te Zwaagwesteinde. Goss heeft zijn lichaam daar nog bezocht in het baarhuisje.

Hij werd op 16 december onder grote belangstelling te Zwaagwesteinde in aanwezigheid van dominee Bakker begraven. De aanwezigen werden door de Duitsers niet op het kerkhof toegelaten. Tijdens de begrafenis begon de bevolking het Wilhelmus te zingen. Een woedende Duitser sprong daarbij tot grote hilariteit in een sloot. Later heeft de plaatselijke bevolking als eerbetoon een grafsteen op het graf aangebracht. Op 8 november 1945 is Spangenberg herbegraven te Margraten. In de Schoolstraat in Zwaagwesteinde staat zijn naam vermeld op een gedenkteken.

Staff Sergeant Augusto Pereira, 11110850, ball turret gunner, KIA

Periera was de buikkoepelschutter. Hij zat tijdens de missie min of meer opgevouwen in zijn koepel. Onderweg had hij via de intercom aangegeven dat zijn voeten bijna bevroren.

Laney heeft aangegeven dat ze hem voor de crash niet uit de koepel konden krijgen. Mogelijk was hij voor de crash al overleden.

De overleden bemanningsleden zijn daarna opgebaard op de deel van de boerderij van Annema. Na vrijgave door de Duitsers zijn de omgekomen bemanningsleden door de gemeente Ferwerderadeel gekist en begraven vanuit de toren van de kerk. Bij de begrafenis van Pereira, Klemp en Gallo op het kerkhof van Ferwert op 13 december om 9:30 uur is gesproken door Ds. van der Werf en burgemeester Esselink. Er kwamen veel mensen op af maar deze mochten niet op de begraafplaats komen. Ze hebben, in de vrieskou, vanaf een weiland de begrafenis meegemaakt

Hij is ook onderscheiden met de Purple Heart.

Pereira en Klemp zijn 18 oktober 1945 overgebracht naar het oorlogskerkhof in Margraten

Staff Sergeant Douglas J. Miller, 16132748, age 23, left waist gunner / reserve flight engineer, KIA

Miller en Klemp, de beide zijluikschutters, werden in het wrak onder hun wapens gevonden.

Miller werd door een hoofdwond, zwaargewond bij Douwe Annema (Zeedijk 12) binnengebracht.

Miller is op de boerderij behandeld door huisarts Smit uit Ferwert en is onderweg naar het Bonifatiusziekenhuis in Leeuwarden overleden. ). Miller en Laney zijn met een Duitse ambulance naar het ziekenhuis gebracht.

Op 16 december is hij op de Noorderbegraafplaats te Leeuwarden begraven, hij is later herbegraven in Margraten, op 19 oktober 1945.

Staff Sergeant Arthur E. Klemp, 36253377, right waist gunner / reserve radio operator, KIA

Miller en Klemp, de beide zijluikschutters, werden in het wrak onder hun wapens gevonden.

Gallo en Klemp werden op de crashplaats geïdentificeerd.

De overleden bemanningsleden zijn daarna opgebaard op de deel van de boerderij van Annema. Na vrijgave door de Duitsers zijn de omgekomen bemanningsleden door de gemeente Ferwerderadeel gekist en begraven vanuit de toren van de kerk. Bij de begrafenis van Pereira, Klemp en Gallo op het kerkhof van Ferwert op 13 december om 9:30 uur is gesproken door Ds. van der Werf en burgemeester Esselink. Er kwamen veel mensen op af maar deze mochten niet op de begraafplaats komen. Ze hebben, in de vrieskou, vanaf een weiland de begrafenis meegemaakt

Klemp was onderscheiden met de Purple Heart. Dit is een onderscheiding die hij heeft gekregen omdat hij in de oorlog gewond is geraakt.

Pereira en Klemp zijn 18 oktober 1945 overgebracht naar het oorlogskerkhof in Margraten

Staff Sergeant John M. Gallo, 12142299, age 32, tail gunner, KIA

Van Gallo is bekend dat zijn geschut niet meer werkte waarschijnlijk zat hij niet meer in de staartkoepel bij de crash. Hij heeft ook de beenwond van Laney verbonden vlak voor de crash. Laney had onder weg al een beenwond opgelopen door een Duitse .30 kogel. Mogelijk is het Gallo die uit het toestel is geslingerd en gevonden is bij het staartstuk.

Gallo en Klemp werden op de crashplaats geïdentificeerd.

De overleden bemanningsleden zijn daarna opgebaard op de deel van de boerderij van Annema. Na vrijgave door de Duitsers zijn de omgekomen bemanningsleden door de gemeente Ferwerderadeel gekist en begraven vanuit de toren van de kerk. Bij de begrafenis van Pereira, Klemp en Gallo op het kerkhof van Ferwert op 13 december om 9:30 uur is gesproken door Ds. van der Werf en burgemeester Esselink. Er kwamen veel mensen op af maar deze mochten niet op de begraafplaats komen. Ze hebben, in de vrieskou, vanaf een weiland de begrafenis meegemaakt

Gallo is overgebracht naar Amerika waar hij is begraven in New York

The raid took place on Saturday 11th December 1943. B17 F 42-30218 was one of 543 B17 en B24 bombers, that reached target. After the mission 17 American bombers and 3 escorting fighters did not return to base. 17 German fighters were shot down. Most of the 34 airplanes that crashed came down in the Northern part of the Netherlands.

Statistics: VIII Bomber Command Mission 151: 437 of 490 B-17s and 86 of 93 B-24s hit the industrial area at Emden, Germany at 1220-1312 hours; they claim 86-22-23 Luftwaffe aircraft; 15 B-17s and 2 B-24s are lost, 1 B-17 is damaged beyond repair and 120 B-17s and 18 B-24s are damaged; casualties are 2 KIA, 20 WIA and 185 MIA. This mission is escorted by 31 P-38s, 313 P-47s and 44 Ninth Air Force P-51s; they claim 21-0-7 Luftwaffe aircraft; 3 P-47s and 1 P-51 are lost; 1 P-47 and 1 P-51 are damaged beyond repair and 3 P-47s are damaged; casualties are 1 KIA and 4 MIA. Bombs used: 398 x 500 pound General Purpose and 717 x 100 pound General Purpose.

Field order 331 directed the bombers to the docks of Emden. The mission was executed in two formations. The first was to bomb the dock area with U-boat facilities. Scheduled 15 minutes later the second formations target was an industrial area near Emden. The formations where to be accompanied by friendly fighters. As a result of missing the rendezvous, the bombers went into the German airspace unprotected. Before they reached the IP the first formation was attacked by fighters en shot at by Flak. A number of lead planes were hit or they were unable to mark the targets. Due to disorder over the target, groups did not make their bomb runs as scheduled. Also caused by other technical problems, the bombers were not able to drop their bombs accurate. Only 4 groups managed to hit their targets. Part of the bombs came down in the old center of the town. During this mission the Grosse Kirche of Emden was totally destroyed. This was partly caused by the German smokescreen made on the ground. And partly by the reflection of the sun.

Over the target and on the way back the bombers were shot at by Flak an fighters. After leaving the target area the bombers were accompanied by escorting fighters. Despite that, the German fighters went on attacking until over the North sea. The bomber crews reported a total of 154 combat actions with enemy fighters. This was the first mission in the war that P51 fighters equipped whit Merlin engines escorted bombers but they did not meet German fighters. The allied forces estimated 225 German fighters operated in combat on the 11th December.

Om 8:09 uur is de B17 opgestegen van de vliegbasis Horham in Groot-Brittanie. Het vliegtuig is al voor ze het doel bereikt hadden, beschadigd door luchtafweergeschut en jachtvliegtuigen. Na het afwerpen van de bommen is het steeds weer aangevallen en boven Fryslân is het bevel tot verlaten van het vliegtuig gegeven. Dit heeft niet alle bemanningsleden bereikt.

De volgende bemanningsleden zijn gesprongen met de parachute. Vier van hen overleefden de oorlog na een periode van krijgsgevangenschap.

-Robert E. Beatty, piloot, bij Hallum, POW

-John B. Kernochan, copiloot, bij Hallum, POW

-David E. Goss, navigator, bij Veenwouden, POW

-Joseph C. Forand, bommenrichter, Twijzel, POW

-Milton C. Spangenberg, boordwerktuigkundige /       rugkoepelschutter, Zwaagwesteinde, KIA. Hij kwam met ongeopende parachute neer in Zwaagwesteinde.

Het vliegtuig vloog zonder piloot nog even door richting Noordzee en kwam om 12:40 uur neer achter de zeedijk bij Ferwert. Het maakte een bocht en raakte de grond en gleed door tot het net achter de zeedijk bleef liggen.

De rest van de bemanningsleden is gecrasht met het vliegtuig terwijl ze in de veronderstelling waren dat ze onderweg naar de thuisbasis waren. Van deze mannen overleefde alleen Laney de crash en de oorlog.

-Albert G. Laney, radiotelegrafist, POW

-Augusto Pereira, buikkoepelschutter, KIA

-Douglas J. Miller, linker zijluikschutter / reserve boordwerktuigkundige, KIA

-Arthur E. Klemp, rechter zijluikschutter / reserve radiotelegrafist, KIA

-John M. Gallo, staartschutter, KIA.

Van de omgekomen mannen liggen vier begraven in Margraten en Gallo en Miller in de USA. Van de bemanningsleden die deze missie overleefd hebben is op dit moment niemand meer in leven.

Het weer op zaterdag 11 december 1943:

Matige wind uit het oost-noord-oosten. Een vorst dag met gemiddelde temperatuur van -0.1 °C en een gevoelstemperatuur van -5.4 °C. De minimum temperatuur was -1.2 °C en de maximum temperatuur 0.9 °C. De zon scheen 2.9 uur. Er viel geen neerslag.