Toepassen van Elevation in een 3D Scene

Laatste update: 23 september 2024

Een scene in ArcGIS Pro en ArcGIS Online bevat standaard hoogte-informatie van het aardoppervlak en creëert daarmee reliëf in het landschap. Deze hoogte-informatie zit in de zogeheten elevation layer. Zodra data aan een scene is toegevoegd komt deze bovenop het verhoogde landschap te liggen, wat een realistischer beeld van de werkelijkheid geeft.  Het is mogelijk om meerdere elevation layers tegelijk te gebruiken.

Voorbeeld van een elevation layer en 3D data in een scene

In dit artikel wordt beschreven hoe elevation toegepast kan worden in global- en local scenes in ArcGIS Pro en ArcGIS Online en welke rol coördinatensystemen hierbij spelen.

Global en local scenes

Bij het gebruik van 3D in ArcGIS Pro en ArcGIS Online, moet er een keuze gemaakt worden tussen een global- of local scene. Het grootste verschil tussen deze twee heeft te maken met de ruimtelijke referentie. Als een elevation layer aan een scene wordt toegevoegd is het van belang dat alle elementen (basemap en de data) in hetzelfde coördinatensysteem staan.

In ArcGIS Online kan een foutmelding opkomen als deze: “De elevation Layer (…) kan niet worden toegevoegd. Elevation Layer moet overeenstemmen met de ruimtelijke referentie van de scene (…)”. Deze melding verschijnt omdat het coördinatensysteem van de elevation layer niet overeenkomt met het coördinatensysteem van de scene of de ingestelde basemap. Oplossing: kies een basemap met een ander coördinatensysteem, of switch naar het andere scene-type (global/local).

Een global scene heeft standaard Web Mercator of GCS WGS84 als coördinatensysteem. De default elevation layer in een global scene in ArcGIS Pro en ArcGIS Online is  Terrain3D , een gecachte elevation  image service  in WGS84 die wordt aangeboden door Esri.

Een local scene is bedoeld om data in een (lokaal) geprojecteerd coördinatensysteem te tonen, zoals RD New. De basemap van de local scene (RD of WGS84) bepaalt welke elevation layer gebruikt kan worden. Esri Nederland biedt voor Nederlands grondgebied twee eigen elevation layers aan in een lokale projectie:  Elevation 3D (RD)  en  Elevation 3D in Web Mercator . Beide zijn gebaseerd op het AHN3 en AHN4.

 Lees hier  de verschillen tussen een local- en een global scene.

Elevation layers toevoegen

In ArcGIS Online

Ga naar  www.arcgis.com  en open een nieuwe local scene. Daar zit standaard geen elevation in. Klik in de Layer Manager op het plus-symbool en klik op 'Blader door lagen'. Type daarna de naam van de gewenste elevation layer in het zoekvenster, in dit geval Elevation 3D (RD). Let hierbij op dat er niet in alleen de eigen content wordt gezocht, maar in heel ArcGIS Online. Druk op 'Toevoegen' aan de rechterkant van de layer en vervolgens onderaan op 'Gereed' om deze aan de scene toe te voegen. Elevation layers worden automatisch herkend en onder de ‘Grond’ laag in de Designer geplaatst, zoals te zien is op de rechter afbeelding. Het is mogelijk om meerdere elevation layers te kiezen. Degene die bovenaan staat is doorslaggevend voor het betreffende gebied. Druk op de bolletjes aan de rechterkant en kies voor verwijderen om een elevation layer te verwijderen.

In ArcGIS Pro

De elevation data bevindt zich in de Contents Pane onder Elevation Surfaces, zoals op onderstaande afbeelding te zien is.

ArcGIS Pro biedt meer mogelijkheden omtrent het gebruik van hoogtelagen dan ArcGIS Online, maar het principe werkt hetzelfde. In ArcGIS Pro wordt een onderscheid gemaakt tussen elevation surfaces en elevation sources. Een scene bevat minimaal één elevation surface (de Ground), wat de mogelijkheid geeft om er meerdere in te stellen. Dit komt van pas wanneer surfaces zich op een andere hoogte van elkaar bevinden, denk aan lagen onder het grondoppervlak of juist in de lucht. Per elevation surface kun je één of meerdere elevation sources kiezen. Dit zijn als het ware de bronnen die gebruikt worden voor een surface. Hierbij geldt: de bovenste in de lijst is doorslaggevend indien ze geografisch gezien overlappen.

De afbeelding hieronder weergeeft verschillende dieptekaarten (elevation surfaces), met ieder één elevation source:

Elevation surfaces zoals in bovenstaande afbeelding kunnen als volgt toegevoegd worden aan een scene:

  • Zorg dat de data als layers zijn toegevoegd aan de scene (bijvoorbeeld .tif bestanden).
  • Klik in de Contents Pane met de rechtermuisknop op Elevation Surfaces. Kies voor: Add Elevation Surface.
  • Klik met de rechtermuisknop op de aangemaakte Elevation Surface. Kies voor: Add Elevation Source en zoek naar de gewenste layer.
  • Open de Properties van de layer.
  • Ga naar het Elevation Tabblad.
  • Kies voor Features are: On custom elevation surface.
  • Kies bij Custom Surface voor de zojuist aangemaakte surface.

Daarnaast is het mogelijk om elevation surfaces van ArcGIS Online toe te voegen aan ArcGIS Pro. Hiervoor hoeft de data niet eerst toegevoegd te worden aan de scene. De Elevation 3D (RD) Elevation Source kan bijvoorbeeld worden toegevoegd door ernaar te zoeken onder ArcGIS Online.

In ArcGIS Pro kan de opmaak van elevation surfaces aangepast worden. Bij het selecteren van een elevation surface in de Contents Pane, verschijnt een contextual tab bovenin het scherm. Zoals op onderstaande afbeelding te zien is, biedt dit extra mogelijkheden. Er kan bijvoorbeeld verticale overdrijving (vertical exaggeration) toegepast worden. Ook kunnen kleuren, transparantie en schaduweffecten gebruikt worden.

Elevation layers maken

Het is ook mogelijk om zelf een elevation layer te maken en door het gehele ArcGIS platform te gebruiken.  In dit blog  worden de stappen beschreven hoe dit aangepakt kan worden.

Tips

Voor het gebruik van elevation services zoals Terrain3D of Elevation 3D (RD) is een internetverbinding vereist. Zonder internet worden deze services niet getoond.

Esri Nederland Support

support@esri.nl

Telefoon

  +31 10 217 07 50

Voorbeeld van een elevation layer en 3D data in een scene