Grondwateroverlast

Grondwateroverlast ontstaat wanneer gebruiksfuncties worden aangetast door hoge grondwaterstanden. Naar schatting zijn er in Nederland circa 150.000 woningen gevoelig voor grondwateroverlast ( KPMG-Grontmij ).

Welke typen grondwateroverlast komen vaak voor? 

  • Hoge luchtvochtigheid in huis en schimmelvorming door natte kruipruimtes of optrekkend vocht in muren
  • Doorslaand vocht in kelders
  • Drassige tuinen en langdurig natte groenstroken in de wijk
  • Schade aan stedelijk groen en omwaaien van bomen door verdrinking van wortels
  • Schade aan panden als gevolg van wijziging in de opwaartse waterdruk onder de fundering
  • Spoorvorming en ongelijkmatige verzakking van wegen en straatverharding

 Neemt grondwateroverlast door klimaatverandering toe? 

In de KNMI’14 klimaatscenario’s neemt de neerslag in de winter toe, terwijl de verdamping ongeveer gelijk blijft. Een gevolg daarvan is dat de aanvulling van het grondwater toeneemt, de grondwaterstand stijgt, kwel (uittredend grondwater) toeneemt en daarmee de kans op overlast groter wordt. In grote delen van laag Nederland kan toenemende bodemdaling de kans op grondwateroverlast vergroten.

Wat kun je met deze informatie?

De kaart geeft op het schaalniveau van een gemeente globaal aan in welke gebieden de kans op grondwateroverlast groter wordt. In deze gebieden moet je rekening houden met het plaatsen van extra voorzieningen om het grondwaterpeil te beheersen. Of je moet aanvullende bouwvoorschriften gebruiken om de kwetsbaarheid van gebouwen en infrastructuur te beperken.

Bedenk bij het bekijken van de kaart dat vooral in het stedelijk gebied de kans op overlast sterk wordt beïnvloed door lokale omstandigheden, zoals een door graafwerk verstoorde bodem, de constructiekenmerken van gebouwen of lokale ondoorlatende lagen. Deze lokale omstandigheden komen in het kaartbeeld niet terug.

De kaart heeft een signaalfunctie. Op lokaal schaalniveau kan je nader onderzoek doen naar de factoren die bepalend zijn voor grondwateroverlast, bijvoorbeeld:

  • Analyseren van de huidige dynamiek van de grondwaterstand. Hoe hoog komt het grondwater nu al ten opzicht van het maaiveld?
  • Inventariseren van de aanwezigheid en het functioneren van drainagevoorzieningen die de toename van overlast zullen beperken
  • Analyseren van de nog te verwachten hoeveelheid bodemdaling en het regionale beleid om bodemdaling via peilbeheer te beheersen
  • De omstandigheden op locaties waar nu al overlast voorkomt. Deze geven aanwijzingen bij het zoeken van de locaties waar de overlast erger wordt of in de toekomst zal gaan optreden.