Opgravingen te Uitdam

Archeologisch onderzoek op de grens van Amsterdam

Introductie

De komende jaren werkt de Alliantie Markermeerdijken aan de versterking van de Markermeerdijk tussen Hoorn en Durgerdam. Geplande bodemingrepen in deze oorspronkelijk 13de-eeuwse waterkering langs de voormalige Zuiderzee brengen archeologisch onderzoek op bepaalde locaties met zich mee. In dit kader heeft de afdeling Archeologie van MenA, voor de Alliantie Markermeerdijken in 2019 vier mogelijke archeologische locaties langs de Uitdammerdijk tussen Uitdam en Durgerdam onderzocht. Daarbij vielen drie locaties als vindplaats af; de vierde locatie, Uitdam, bleek een schot in de roos.

Uit het vooronderzoek kwam het beeld van meerdere opgehoogde huisplaatsen langs de Uitdammerdijk naar voren. Opvallendste vondst waren de resten van een bakstenen muur direct onder de graszode. Met behulp van een edelmanboor en het handmatig aanleggen van kleine putjes kon de plattegrond van een gebouw van ca. 14 x 9 meter in kaart worden gebracht. Aangetroffen vondstmateriaal was te plaatsen in de periode late middeleeuwen tot in de 18de eeuw.

De resultaten van het vooronderzoek waren aanleiding tot een grootschalige opgraving van de vindplaats bij Uitdam in mei en juni 2020. Dit veldwerk werd uitgevoerd door MenA, met ondersteuning van Hollandia Archeologen, de AWN afdeling Amsterdam en de Archeologische Werkgroep Waterland.

Veen en dijken

Vanaf ongeveer 5.000 jaar geleden raken grote delen van westelijk, laag gelegen, Nederland begroeit onder een steeds dikker wordend pakket veen. Zo’n 1.000 jaar geleden echter gaat de mens ingrijpen in dit landschap. Door het graven van sloten wordt het hoge veen ontwaterd en ontstaan er gronden waarop landbouw en veeteelt kan worden uitgeoefend. Door het droogleggen van het veen klinkt het land echter in. Daardoor neemt ook de kans op overstromingen vanuit de Zuiderzee (het huidige IJsselmeer) steeds meer toe. Om dit probleem tegen te gaan, worden meer en meer dijken gebouwd. Zo ontstaat rond 1300 de Waterlandse zeedijk. 

Foto van de dijkdoorbraak in 1916 (bron:  Zuiderzeecollectie )

In de loop der eeuwen hebben meerdere stormen echter tot dijkdoorbraken geleid. Zo brak tijdens een stormvloed in 1675 de dijk bij Uitdam over ruim 50 meter door. De jongste dijkdoorbraak vond plaats in de nacht van 13 op 14 januari 1916. Ook de dijken bij het nabijgelegen Katwoude en Durgerdam braken die nacht door. Dit leidde tot een grote watersnoodramp voor een deel van de provincie Noord-Holland. Na deze jongste watersnoodramp werden er grote ingrepen aan de dijk verricht. Dit leidde onder andere tot een aanpassing in de ligging van de weg; deze werd nu achter de huizen gelegd, aan de binnenzijde van de dijk.

Het dorp Uitdam

Uitdam kan worden beschouwd als een damplaats. Het is ontstaan aan de dam die in het Die was gelegd, en bestond al in de 13de eeuw. Het ontleent zijn naam aan de ligging aan de uiterste dam in de Waterlandse Zeedijk, waar volgens de Waterlandse geschiedschrijver Hendrik Soeteboom (1616-1678) “een goede Haven om er met eenig Vaartuyg aan en in te komen” aanwezig was. De eerste vermelding van Uitdam dateert van 1342. In 1395 werd een sluis in de dam gelegd, welke inmiddels is verdwenen. In 1345 was er in Uitdam al sprake van een haven of bruikbare rede: in een rekening van de graven van Holland wordt van vier koggeschepen in Uitdam gewag gemaakt. Al voor 1405 zou in Uitdam de Mariakapel zijn gesticht, welke onder de parochie van Zuiderwoude viel.

Detail van 'Kaart van Amsterdam en omliggende gebieden' waarop de haven van Uitdam aangegeven is (Nicolaas Visscher 1618-1679, Collectie Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, Stadsarchief Amsterdam )

In tegenstelling tot andere dorpen in Waterland is Uitdam geen ontginningsdorp maar een typisch dijkdorp, waarbij sprake is van lintbebouwing langs de Uitdammer Zeedijk. Oorspronkelijk lag de weg op de rug van de dijk. De ingangen van de percelen lagen daarom aan de dijkzijde. De percelen (achtertuinen) liepen door tot aan de Uitdammer Die. Na de grote dijkdoorbraak van 1916 is de weg verplaatst naar het westen, naar de voet van de dijk. Hierbij doorsneed de weg de achtertuinen van de percelen. Dit zijn nu de zogenaamde ‘overtuinen’, welke oorspronkelijk nooit bedoeld zijn geweest voor bebouwing. De oorspronkelijke bebouwing ligt dus aan (de voet van) de dijk.

Vooronderzoek bij Uitdam

Het onderzochte terrein ligt ten zuiden van het huidige Uitdam, direct ten westen van de Uitdammerdijk, tussen de dijkpalen 81 en 84. Aan de (noord)westzijde wordt het terrein begrensd door de Uitdammer Die; aan de oostzijde bevindt zich het IJmeer. Het terrein kan worden gezien als de zuidelijke uitloper van het middeleeuwse dorp Uitdam. In de middeleeuwen behoorde het noordelijke (nu nog bebouwde) deel van Uitdam tot Zuiderwoude; tegenwoordig maakt dit deel uit van de gemeente Waterland. Het opgegraven deel behoorde echter ooit tot Ransdorp, en maakt nu deel uit van de gemeente Amsterdam.

Drassig terrein tijdens de uitvoering van het vooronderzoek

Van eind september tot begin oktober 2019 hebben we een vooronderzoek uitgevoerd op het terrein. Hierbij zijn 10 kleine werkputjes ontgraven. Daarbij werd duidelijk dat zich op het gehele terrein archeologische sporen van een nederzetting uit de late middeleeuwen tot in de 18de eeuw bevinden. Opvallendste vondst was een fundering van bakstenen, op basis waarvan verondersteld kon worden dat hier ooit een gebouw van 14 x 9 meter zou hebben gestaan. Omdat de uitkomsten van het vooronderzoek zo hoopgevend waren, werd besloten om het terrein in 2020 grootschalig te onderzoeken.

De opgraving in mei en juni, 2020

Begin mei werd begonnen met het opgraven van de nederzetting bij Uitdam. Als eerste werd het hoogst gelegen terrein aangepakt, waarbinnen tijdens het vooronderzoek de bakstenen fundamenten van een gebouw van ca. 14 x 9 meter werden aangetroffen. In eerste instantie werden vier werkputten aangelegd. Al direct onder de graszode kwamen de eerste resten van bakstenen muurwerk tevoorschijn. Uiteindelijk werd de fundering van een compleet gebouw vrijgelegd, dat in meerdere ruimtes was ingedeeld. Aan de noordzijde is een grote ruimte met een plavuizen vloer zichtbaar. Dit was waarschijnlijk het woongedeelte van het gebouw. Aan de zuidzijde hiervan bevindt zich ook een grote ruimte, welke in de lengte richting in drie beuken is opgedeeld. Ook bevinden zich hier een aantal paren poeren (stiepen); hierop werden de opgaande gebintstijlen van een gebouw geplaatst. Vermoedelijk was dit gebouw een boerderij. 

Tijdens de opgravingen werden een aantal fotogrammetrische 3D modellen gemaakt. Hier is de 17e eeuwse fase van het eerste opgegraven gebouw in 3D te verkennen

Aan de voorzijde van het gebouw was een waterput aanwezig, waarvan de mantel werd gevormd door kleine gele baksteentjes. Op het erf bevond zich ook een afvalput. Hierin werd een grote hoeveelheid (bijna) compleet aardewerk, voornamelijk eet - en kookgerei, aangetroffen. 

De waterput met gele baksteentjes

Direct ten westen van gebouw 1 bevond zich een tweede, sterk gelijkend gebouw (gebouw 2) met een eveneens L-vormige plattegrond van 15,5 x 8,5 m. Ook dit gebouw had een houtskelet, plavuizenvloeren en zelfs meerdere haardplaatsen met aspot. Ook voor gebouw 2 was sprake van minimaal één verbouwingsfase waarbij in tegensteling tot gebouw 1 de oorspronkelijke L-vormige plattegrond niet was aangepast.

Qua lay-out zijn beide gebouwen in oorsprong eender met hun licht L-vormige plattegrond, een dwarsgeplaatste grote open noordelijke ruimte en een driebeukig zuidelijk deel voorzien van drie paar bakstenen poeren. Het aanwezige bakstenen buitenmuurwerk kan als voetingmuur worden geïnterpreteerd, waarop wanden met een horizontale of verticale beschieting van houten planken waren geplaatst. Het ontbreken van dakpannen wijst op een dak van riet. Beide gebouwen kunnen in de 17de eeuw worden gedateerd en hoogstwaarschijnlijk volgde het ene gebouw het andere op.

De (verbrande) houten fundering van het oudere gebouw uit de 17de eeuw

Na het verwijderen van het eerste gebouw, werd daaronder een ouder niveau vrij gelegd met daarin de resten van een ouder gebouw. In tegenstelling tot het jongere gebouw, is hier sprake van een volledig houten fundering. Ook hier is sprake van een rechthoekig gebouw. De hoofdconstructie wordt gevormd een aantal paren poeren (stiepen). Deze poeren zijn geplaatst op lange balken. Vastgesteld kon worden, dat hier geen nieuw hout voor de fundering werd gebruikt. In vele gevallen gaat het om hergebruikt scheepshout. Het gebouw is door een brand ten onder gegaan. Grote hoeveelheden verbrand hout en vooral verbrand riet laten zien dat het oorspronkelijk een houten gebouw is geweest, voorzien van een rieten dak.

De gebouwen zijn niet direct op het veen gebouwd. Eerst werd een klein platform aangelegd van klei en veen brokken, waarop dan het oudsten houten gebouw werd gebouwd. Door  het gewicht van het gebouw en van de opgebrachte klei en veenzoden zakte de huisplaats langzaam weg. Hierdoor werd het noodzakelijk, de huisplaats op te hogen. Ook daarvoor werden weer klei- en veenzoden gebruikt. Hoewel dit ophogen tot doel had om droge voeten te houden, bleek de praktijk weerbarstiger: door het gewicht van het materiaal zakte de huisplaats het onderliggende veenkussen in. Uiteindelijk is er sprake van een ongeveer 2 meter dik opgebracht pakket. 

Archeologen documenteren de duidelijk zichtbare stratigrafie van een huisplaats

Verder onderzoek ten noorden en zuiden van deze onderzochte gebouwen leverde weinig andere gebouw resten op. Op enkele plaatsen werden de resten van kleine bijgebouwtjes aangetroffen. Wat echter duidelijk werd, is dat voor het gehele terrein sprake was van meerdere huisplaatsen. Deze zijn te herkennen aan de dikke pakketten opgebrachte klei- en veenzoden, deels tot 2 meter dik. De huisplaatsen liggen in een lijn langs de Uitdammerdijk. De erven van de huisplaatsen werden van elkaar gescheiden door houten hekjes, vooral van ingeslagen stammetjes met vlechtwerk daartussen.

Erfscheidingen in de vorm van ingeslagen stammetjes

Meer huisplaatsen en landinrichting

Aan de voet van de Uitdammerdijk zijn, naast de hierboven beschreven huisplaatsen, nog meer voormalige erven aangetroffen. Deze huisplaatsen met erven waren herkenbaar aan de tot 2 meter dikke ophogingspakketten van klei en veenbrokken op rietmatten. Zij lagen in een lint langs de Uitdammerdijk. De erven, met verschillende afmetingen, werden door middel van houten erfscheidingen, vooral bestaande uit ingeslagen palen met daartussenin vlechtwerk of gestapelde takken, van elkaar gescheiden.

Vooral de achtererven van de huisplaatsen konden worden onderzocht. Sporadisch werden hier resten van bijgebouwen aangetroffen

De huidige weg langs de nederzetting

De erven reiken tot aan het water. Hier zijn vele beschoeiingen aangetroffen uit meerdere fases, met enkele steigers die het water in reikten. Ook lijken insteekhaventjes aanwezig te zijn geweest. Met name deze achtererven, en het aanpalende water, leverden zeer grote hoeveelheden vondsten op. Dat deze oude slootkanten aan de achtererven veel materiaal opleverden, is niet verwonderlijk. Dit waren juist de boenplaatsen voor het afwassen van het kook - en eetgerei, om te wassen maar ook om afval te dumpen.

Opgraving van de aangetroffen beschoeiingen

Resten van bijbehorende huizen zullen onder de huidige weg, aan de voet van de dijk, te verwachten zijn. Dit komt overeen met oudere topografische kaarten, maar ook met de situatie zoals die nu nog voor het huidige Uitdam geldt: de huizen staan tegen de dijk, waarbij de erven zich in westelijke richting tot aan het water uitstrekken.

Na de jongste dijkdoorbraak van 1916 is de Uitdammerdijk verhoogd, versterkt en werd de bestaande weg van de kruin naar de teen van de dijk verplaatst. Door ophoging met een dik pakket zand werden de voormalige huisplaatsen vrijwel geheel aan het zicht onttrokken. De oplettende voorbijganger in auto of fiets zal ze toch nog opmerken; de lichte glooiingen in het wegdek verraden de in de ondergrond nog steeds aanwezige eeuwenoude huisplaatsen.


1

Uitdam

De opgraving werd uitgevoerd ten zuiden van het huidige Uitdam, net binnen de gemeentegrens van Amsterdam.

2

17de eeuwse boerderij

Als eerste werden de resten van een 17e eeuwse boerderij blootgelegd.

3

Beschoeiingen

Ten noorden van de boerderij werden allerlei houten beschoeiingen aangetroffen. Hier was ook veel archeologisch vondstmateriaal bewaard gebleven.

4

Overige bewoningssporen

Ook andere resten van bewoning werden aangetroffen, vaak wel fragmentarischer dan de 17e eeuwse boerderij.

5

Een tweede gebouw

Een tweede gebouw werd opgegraven, ruwweg in dezelfde periode. De vraag is of deze twee gebouwen gelijktijdig gestaan hebben.

6

Een verbrande voorganger

Onder de meest oostelijk gelegen boerderij bleek nog een ouder houten gebouw te liggen. Het lijkt erop dat dit gebouw afgebrand is.


Tijdens het onderzoek werden vele vondsten geborgen. Hieronder is een greep uit die vondsten in een diashow te bekijken.

Een opvallend bord

Vondsten langs de beschoeiing

Blauw majolica bord, gemaakt in Haarlem, met de afbeelding van een cherubijn

Een in leisteen ingekraste tekening van een mens binnen een stralenkrans

Een houten bootje

Een in leisteen ingekraste tekening van enkele schepen

Tinnen drinkschaal met de afbeelding van een ridder en de tekst “Patria et Amicis Anno 1583”

Houten speelgoed boog

Bijzondere baardman

Net opgegraven tuitkan


En verder?

De opgraving wordt op dit moment verder uitgewerkt en zal op termijn gepubliceerd worden in de publicatiereeks van MenA ( link ).

Verantwoording

Opgraving uitgevoerd door MenA van de gemeente Amsterdam

Tekst: Peter Kranendonk

Fotografie: Jort Maas, Eddie de Vlugt, Ronald Kleijn en Peter Kranendonk

3D modellen: Jort Maas

Dronebeelden: Eddie de Vlugt

MenA

Gemeente Amsterdam

Foto van de dijkdoorbraak in 1916 (bron:  Zuiderzeecollectie )

Detail van 'Kaart van Amsterdam en omliggende gebieden' waarop de haven van Uitdam aangegeven is (Nicolaas Visscher 1618-1679, Collectie Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, Stadsarchief Amsterdam )

Drassig terrein tijdens de uitvoering van het vooronderzoek

De waterput met gele baksteentjes

De (verbrande) houten fundering van het oudere gebouw uit de 17de eeuw

Archeologen documenteren de duidelijk zichtbare stratigrafie van een huisplaats

Erfscheidingen in de vorm van ingeslagen stammetjes

De huidige weg langs de nederzetting

Opgraving van de aangetroffen beschoeiingen