Natte landbouw in Noord-Brabant

Natte landbouw als vorm van klimaatrobuust landgebruik

Natte landbouw

Door klimaatverandering komen droogtes steeds vaker voor. Het huidige landgebruik is hier niet op ingericht: het grootste deel van het landschap is zo ingericht dat water zo snel mogelijk wordt afgevoerd. Ook het water dat in het voorjaar valt, wordt direct door de bodem afgevoerd en is niet meer beschikbaar tijdens een drogere periode. Dit probleem kun je oplossen door het landschap klimaatrobuust en toekomstbestendig in te richten. Natte landbouw is een vorm van klimaatrobuust landgebruik, waarbij op een slimme manier gebruik wordt gemaakt van de zones in het landschap die natter worden in de toekomst. Je kunt het water in die zones bijvoorbeeld vasthouden: dat noemen we ook wel waterretentiezones. Zo ga je efficiënter om met beschikbare natuurlijke waterbronnen. Natte natuur kan zo een belangrijke vorm worden van toekomstig landgebruik.

Droogte

Verdroogde mais, een beeld dat bekend is in Noord-Brabant. In de afgelopen drie jaar waren de zomers extreem droog. Dit zorgde voor verdroogde oogsten, met minder opbrengst. Daarnaast betekende dit meer kosten voor beregenen en in het algemeen meer problemen voor de agrariër. Kijk voor meer informatie over de droogte naar onze andere storymaps, zoals:

De illustratie hiernaast is gebruikt met toestemming van Wim Dasselaar en Natuurmonumenten.

Klimaatrobuust landgebruik

De provincie is op zoek naar oplossingen voor het probleem van droogte. Het landschap zelf kan hiervoor worden ingezet. Door het landschap zo te gebruiken dat het water vasthoudt, kun je het klimaatrobuust inrichten.

Op het plaatje zie je twee scenario’s: 

  • Links zie je een landschap dat water snel afvoert. Dit landschap vind je in grote delen van het land. Het is er droog, de natuur staat onder druk en verliest biodiversiteit.
  • Rechts zie je een landschap dat water vasthoudt. Daar is het leven goed voor planten, dieren én mensen. Ook in tijden van droogte is er water. Het is een landschap waar agrariërs natuurvriendelijk kunnen werken. En op grotere afstand van dit beekdal is ruimte voor bedrijven die prioriteit geven aan productie, maar zich tegelijk inspannen voor de biodiversiteit. Dat landschap is klimaatrobuust. 

Natte landbouw maakt deel uit van dit klimaatrobuuste landschap. Maar wat is natte landbouw?

Wat is natte landbouw?

Natte landbouw is landbouw waarbij de teelt wordt verbouwd op natte gronden. Op deze gronden staat het waterpeil boven of rond het maaiveld. Natte gronden hebben nu nog vaak een ander doel, bijvoorbeeld grasland waarop koeien kunnen grazen.

Er zijn verschillende natte teelten, zoals lisdodde, riet, veenmos en olifantsgras. Deze teelten zijn allemaal geschikt voor natte landbouw, maar ze bezitten verschillende kwaliteiten. Zo zijn lisdodde en riet heel geschikt voor waterberging en waterzuivering. Hieronder zoomen we in op lisdodde en riet, gewassen met verschillende hoogwaardige kwaliteiten.


Lisdodde en riet

Lisdodde en riet zijn op dit moment de gewassen met de meeste potentie voor natte landbouw. Riet is de bekendste van de twee, omdat deze al van oudsher in Nederland voorkomt en veel wordt gebruikt, bijvoorbeeld als bouw- en isolatiemateriaal. Maar ook lisdodde wordt hiervoor al regelmatig gebruikt. Vooral in Duitse fabrieken worden beide gewassen gebruikt als bouwmateriaal.

In het overzicht hiernaast zijn bepaalde hoogwaardige kwaliteiten van lisdodde en riet tegen elkaar afgezet. Je ziet dat beide teelten een heel hoog vermogen hebben om water te bergen. Dit betekent dat ze in nattere periodes water kunnen vasthouden, wat voordelig is tijdens droge periodes. Daarnaast verminderen beide gewassen de CO2-uitstoot. De mogelijkheid om met deze gewassen water te bergen en de CO2-uitstoot te verminderen, biedt kansen om een systeem te organiseren waarin de agrariër wordt beloond met bijvoorbeeld  carbon credits  of  blue credits .


Waarom zou je kiezen voor natte landbouw?

Door een klimaatrobuuste inrichting van het landschap kunnen agrariërs beter omgaan met droge periodes. Je richt het landschap klimaatrobuust in door (deels) teelt van gewassen voor natte landbouw in te zetten.

We geven als voorbeeld de teelt van mais. In de figuur hiernaast staan drie situaties afgebeeld:

  • De eerste situatie is een situatie van een jaar zonder droogte. De mais is op natuurlijke wijze gegroeid.
  • In de tweede situatie is de mais verdroogd als gevolg van een droge periode. De hoogteverschillen en matige hoeveelheid maiskolven zijn hiervan het resultaat.
  • In de laatste situatie zie je wat voor effect een nat perceel in de buurt kan hebben. Doordat dit natte perceel water heeft vastgehouden kan dit tijdens een droge periode in de grond trekken en zo het grondwaterpeil hoger houden. Hierdoor is de agrariër beter beschermd tegen langdurige droogte en wordt het landschap klimaatrobuust.

Waar past natte landbouw in Noord-Brabant?

De meest geschikte gebieden voor natte landbouw zijn nattere gronden die lager in het landschap liggen. Deze gronden bestaan uit drie hoofdgroepen:

  • Bufferzones van natuurgebieden
  • Beekdalgronden
  • Veenbodems

Bufferzones van natuurgebieden

Op deze kaart zie je de bufferzones van natuurgebieden. Deze zijn blauw gemaakt. Als je inzoomt en op een gebied klikt, zie je meer details. Het totale oppervlak van deze bufferzones is 36800 hectare. Dat is voldoende om te gebruiken voor natte landbouw. Maar deze bufferzones vallen onder de natuurdoelen, waardoor ze bestemd zijn voor natuurbehoud. En natte landbouw wordt nog niet gezien als een vorm van natuurbehoud. Daarom zijn deze gronden op dit moment niet beschikbaar voor natte landbouw.

(Zoom in en klik op de desbetreffende gebieden voor meer details.)


Beekdalgronden en veenbodems

Als je inzoomt op deze kaart, zie je in groen, geel, oranje en rood de veenbodems en beekdalgronden in Noord-Brabant die niet onder natuurdoelen vallen. Dit is in totaal 1606 hectare. Een deel van die gebieden kun je vernatten, maar niet allemaal. Sommige gebieden zijn bijvoorbeeld niet geschikt voor natte landbouw omdat ze in bebouwd gebied liggen. Op de kaart zijn de minst geschikte gebieden rood gemaakt (score 1). Daarna volgen de oranje gebieden (score 2).

De groene gebieden (score 4) zijn de gronden die zeer geschikt zijn voor natte landbouw. Dat is in totaal 190 hectare. Ze zijn vooral geschikt door hun lage ligging en de relatief hoge grondwaterstand. Daarnaast is de omgeving van deze gebieden gunstig.

De gele gebieden (score 3) zijn wat minder gunstig dan de groene. Maar als besloten wordt dat er meer ruimte nodig is voor de transitie naar natte landbouw, kunnen de gele gebieden ook voor natte landbouw gebruikt worden. Dit is goed voor nog eens 433 hectare


Hoe werkt natte landbouw?

Je kunt natte landbouw implementeren in een natuurlijke of kunstmatige omgeving. In Noord-Brabant is het wenselijker om in een natuurlijke omgeving te kweken, omdat daar geen pompen voor nodig zijn.

Natuurlijke omgeving

In een natuurlijke omgeving laat je het water door middel van hoogteverschil verplaatsen. Dat heet ook wel: vrij verval van water. Een voorwaarde voor natte landbouw in een natuurlijke omgeving is dat je perceel (ook wel: kweekbed) grenst aan twee gebieden:

  • Een hoger gelegen gebied met een waterbron. Het waterpeil van dit gebied moet hoger zijn dan dat van het kweekbed.
  • Een perceel met een lager waterpeil.

Aan de grenzen van het kweekbed komen sluizen die je handmatig kunt openen. Aan de hogere kant zitten de inlaatsluizen. Deze sluizen laten het water toe tot het gewenste niveau. Aan de andere kant van het kweekbed zitten de uitlaatsluizen. Met deze sluizen kun je regelen dat het water wordt vastgehouden of doorstroomt.

Ga je de natte teelt oogsten? Dan moeten de inlaatsluizen dicht staan en de uitlaatsluizen open. Op die manier kan al het water aan het oppervlakte worden onttrokken.

Kunstmatige omgeving

Natte landbouw in een kunstmatige omgeving kun je inzetten op plekken waar het waterpeil niet hoog genoeg is. Dit soort natte landbouwgronden heten ook wel constructed wet lands. 

Om het waterpeil van je perceel te kunnen controleren, kun je het beste aan beide kanten greppels graven. Deze greppels dienen als watertoevoer en daarmee kun je de waterstand van het perceel bepalen. 

De toevoer van het water gaat via (ondergrondse) pompen die in verbinding staan met het perceel.

De ideale manier om lisdodde te verbouwen is door rizomen te zaaien. Rizomen zijn wortelstokken van de lisdodde. De reden daarvoor is dat lisdoddezaden maar in 50% van de gevallen ontkiemen.

De waterstand op het perceel van de lisdodde moet liggen tussen 10 cm onder het maaiveld tot 20 cm boven het maaiveld. 

Dit niveau kun je reguleren met de pompen. 

Blijft het water op het juiste peil? Dan ontkiemen de rizomen en gaat de lisdodde groeien.

Want bij de juiste waterstanden kan de lisdodde de voedingsstoffen (nutriënten) uit de bodem opnemen.

Je kunt deze nutriënten gelijk verdelen over het hele perceel. Dat doe je door verschillende stroken van het perceel met elkaar te verbinden via buizen. 

Is de lisdodde in de kunstmatige omgeving volgroeid? Dan kun je het waterpeil weer laten zakken door het weg te pompen (drainage). Als de waterstand genoeg is gedaald, kun je de lisdodde oogsten. 

Economisch perspectief

Verdienmodel

De figuur hiernaast vergelijkt de huidige verwachte opbrengst van één hectare lisdodde met de verwachte opbrengst over 10 jaar. De verwachting is dat de opbrengst over 10 jaar verdubbeld kan zijn ten opzichte van nu. Op dit moment zijn natte teelten nog niet zo rendabel als andere vormen van landbouw: de opbrengst wordt volgens de eerste berekeningen op 948 euro geschat. Dat bedrag kan in de toekomst verdubbeld worden als het oogsten goedkoper wordt door de grotere hoeveelheden. Denk eraan dat dit een schatting is.

De cijfers in de figuur zijn alleen gebaseerd op de verwachting dat de oogst goedkoper wordt door grotere hoeveelheden. Maar daarnaast zijn er ook andere mogelijkheden om de inkomsten te vergroten. Zo wordt het verdienmodel nog interessanter als er een grotere afzetmarkt komt. Ook helpt het als de agrariër wordt beloond voor zijn bijdrage aan een duurzame landbouw met bijvoorbeeld subsidies,  carbon credits  en  blue credits .



Wie doen er al aan natte landbouw?

In Nederland worden er een aantal projecten uitgevoerd die gericht zijn op natte landbouw. Een mooi voorbeeld is het Friese project Better Wetter (Beter Water).


Natte landbouw in het buitenland

In het buitenland zijn er verschillende bedrijven die natte landbouw als bedrijfsvoering hebben.

Ontwikkelingen binnen natte landbouw

Wil je weten wat er al gebeurt met verschillende teeltsoorten? Klik op het pijltje naar rechts om verder te gaan!

Lisdodde

Lisdodde (ook wel: Cattail of Typha) wordt in Hongarije en Bulgarije geteeld en verkocht aan bouwfabrieken in Duitsland. Deze maken er bouw- en isolatiemateriaal van.

Riet

Riet is misschien wel de bekendste natte teelt. Deze plant is uitstekend te gebruiken als dakbedekking en dit is van oudsher de reden dat riet wordt geteeld.

Veenmos

In Ierland bestaan de hoogveenlandschappen voornamelijk uit veenmos. Dit veenmos werkt als spons voor water en emissie. Delen van het veenmos worden gebruikt als kunstmatige bodem voor plantengroei. Met de inkomsten daarvan wordt het veen verder hersteld.


Waarom nu?

Waarom zou je nu al natte landbouw gaan toepassen?


Voor- en nadelen

Natte landbouw kent ook uitdagingen. Hieronder zie je de voor- en nadelen op een rijtje.


Interesse in natte landbouw?

Heb je interesse in natte landbouw? Wil je weten wat de mogelijkheden zijn? Dan zijn dit de eerste stappen die je kunt nemen:

  1. Bekijk op de kaart of je grond op een geschikte plek ligt voor natte landbouw.
  2. Is dat zo? Neem dan contact op met de provincie Noord-Brabant via  het contactformulier . Je vraag of opmerking komt dan automatisch bij de juiste persoon terecht.
  3. Deze persoon neemt contact met je op en helpt bij de verdere uitwerking van natte landbouw binnen je bedrijf.

Provincie Noord-Brabant

HAS Hogeschool