Veldwerkweek dag 1

Excursie Noord-Holland 1GMD

Fysische geografie is het bestuderen van fysische of natuurkundige processen die het landschap vormen en hebben gevormd. Hoewel we hier veel over leren in het klaslokaal is het belangrijk om dit met eigen ogen te zien en het veld te gaan bezoeken. Deze veldwerkweek is daar het doel van. Op de eerste dag van de veldwerkweek stond Noord-Holland centraal. Hier hebben we verschillende punten bezocht die vallen in de regio Zaanstreek-Waterlanden en Alkmaar. Tijdens onze bustour zijn we langs een aantal plekken geweest zoals de Kalverpolder/Wijde Wormer, rand Alkmaardermeer met zicht op Akersloot, rondrit Schulpenvaart ( oude tak van Oer-IJ ) en als laatste uitgeest/eendenkooi.

Locaties excursie

Kalverpolder / Wijdewormer

De kalverpolder en de Wijdewormer zijn polders die zich in het noorden van Zaandam bevinden.  

Kalverpolder: 

Deze polder bestaat grotendeels uit veenweiden en is een beschermd natuurgebied. Oorspronkelijk was dit een veengebied dat enkele meters boven de zeespiegel lag. Dit veengebied heette Hollandveen dat vanaf de 11e eeuw werd ontgonnen waarvoor ontwateringssloten werden gegraven. Aan het einde van de 12e eeuw vonden een aantal overstromingen plaats in dit gebied, waarbij onder meer de Enge en Wijde Wormer zijn ontstaan. Omdat de Kalverpolder de zee nog niet kon bereiken, moesten dijken worden aangelegd om het gebied te versterken. Vanaf ongeveer het jaar 1400 nam de bewoning toe en ontstonden er steeds meer boerderijen. Zodra de welvaart toenam werden er in de omgeving van de Kalverpolder een aantal droogmakerijen gebouwd. Hierdoor steeg de waterpeil en dat zorgde voor wateroverlast. Er werd om het gebied een dijk aangelegd (de Kalverringdijk) en hierdoor werd het een polder. Het bemalen vond plaats met een windmolen. Echter is door de bemaling de bodem sterk ingeklonken en ligt nu ongeveer 1 meter beneden NAP.  

Wijdewormer: 

De Wijdewormer ligt in de gemeente Wormerland en grenst aan de autosnelweg A7. Er lopen verschillende wegen door de polder met veel verschillende aangelegen boerderijen. De Wijdewormer was in de middeleeuwen een binnenzee genaamd Wormer met daaraan gelegen het dorp Nek. In 1626 kwam de inpoldering van de Wormer en werd het een grote droogmakerij Wijdewormer. In tegenstelling tot veel andere droogmakerijen in Noord-Holland was de Wijdewormer gevuld met zoet water en was er geen eb en vloed, en was er dus geen open verbinding met de zee. De Wijdewormer is nog een keer zwaar getroffen door een dijkdoorbraak met een watersnoodramp als gevolg. Tegenwoordig is het vooral een woongebied met vele recreatie.  

Hoogteverschil tussen links ( Kalverpolder ) en rechts ( Wijde Wormer )

Water: 

Door beide polders stromen verschillende kleine sloten. Dit is gebruikelijk voor een polder om de waterhuishouding te kunnen regelen. Deze sloten worden ook wel watergangen genoemd. De kalverpolder ligt aan de grotere rivier de Zaan. De Zaan is een historische waterloop dat door de gemeente Zaanstad in Noord-Holland loopt. De Zaan is 13,5 kilometer lang. 

 

Landgebruik: 

Van oorsprong werden alle graslanden in het gebied (Kalverpolder + Wijdewormer) als weiland of hooiland gebruikt, waarbij de percelen van de boerderijen bestonden uit natte, onbemeste hooilanden. In verlandingsvegetaties werd het riet gesneden voor stro en dakbedekking. In het zuidelijk deel werd tot aan 1995 veenmos getrokken. Tegenwoordig staan hier boerderijen waarbij boeren het land gebruiken als landbouwgrond. 

 Bodem

De kalverpolder/wijde wormer is een ontgonnen veenvlakte. Tijdens deze excursie hebben er twee boringen plaatsgevonden. De boring die links van de dijk heeft plaatsgevonden is het gedeelte dat vroeger het land was. Aan de rechterkant heeft een boring plaatsgevonden en dat was vroeger een meer. Dit verklaart ook gelijk de verschillen tussen het hoog en laag gebied op de kalverpolder/wijde Wormer. Punt 1a is de linkerkant van de dijk en geeft de ontgonnen veenvlakte mooi weer met donkere kleuren. Het eerste stuk van de geboorde grond is een a-horizont. Hierbij is de bovenste laag omgezet in een organische stof. Na de horizont volgt de c-horizont. Op deze horizont voeren andere horizonten geen invloed. Deze twee horizonten vormen samen een veengrond. Punt 1b is de rechterkant van de dijk en is tevens ook een veengrond. Hierbij is de bovenste laag ca.15 cm een a-horizont. Dit wordt gevold door klei. In deze klei zijn roestdeeltjes te vinden. Dit wordt ook wel gley genoemd. Deze worden gevormd doordat deeltjes oplossen in het water. De kleilaag is minder dan 40 cm en daarom dat dit er voor zorgt dat dit een veengrond is.(Hierbij moet de bovenste laag meer dan 40 cm veen zijn van de 80 cm). Als er meer klei in had gezeten dan was het een vaaggrond geweest. Na de klei komen er weer verschillende veenlagen aan het licht. Op deze foto is niet te zien dat het onderste gedeelte nat was vergeleken met punt 1a wat in dat geval hoger lag dan punt 1b. 

Bodemprofielen van links: Kalverpolder en rechts: Wijde Wormer

Akersloot en Alkmaardermeer

Het Alkmaardermeer is een meer in de provincie Noord-Holland. Het meer werd vroeger ook wel het Langemeer genoemd en staat in de volksmond ook wel bekend als het Akerslotermeer. Het meer ligt in de gemeente Castricum en grenst aan Akersloot. 

 

Geschiedenis: 

Het Alkmaardermeer is van oorsprong een veengebied dat is ontstaan uit moeras. Het is het enige meer dat niet werd drooggelegd in de gouden eeuw. In de middeleeuwen is het veen ontgonnen tot een landbouwgebied. Om dat te realiseren zijn er sloten gegraven om het overtollige water weg te laten lopen naar de veenrivier die door het gebied stroomde. Door de uitdroging klonk het veen steeds meer in. Bij storm en hoogwater konden hele stukken land langs de rivier wegspoelen en daardoor ontstond er steeds meer open water. Dit bereikte een hoogtepunt in 1170. Door de gevolgen van die vloed heeft het Alkmaardermeer zijn uiteindelijke vorm gekregen. In de lengterichting van het huidige Alkmaardermeer liep een rivier die onder andere het Oer-ij met de Schermer verbond. Vroeger woonden er ook nog mensen die langs de rivier woonden waaruit het Alkmaardermeer is ontstaan. Van deze nederzettingen is echter niks meer terug te vinden. Er bevinden zich wel een aantal eilandjes in het meer die restanten zijn van het land dat er vroeger lag. In de loop van de tijd is het deel van het Oer-ij geleidelijk dichtgeslibd en in de 17e eeuw is de Schermer drooggemalen. 

 

Water: 

Veel verschillende rivieren en sloten grenzen aan het Alkmaardermeer. Bijvoorbeeld de rivieren de Zaan, de Vinkenhop, het Noord-Hollands kanaal en de Enge Stierop.  

 

Landgebruik: 

Voornamelijk wordt er gebruik gemaakt van een recreatiegebied waar verschillende watersporten worden gedaan en verschillende vaarroutes.  

 

Bodem: 

De boring die bij Akersloot heeft plaatsgevonden liet een goed verloop zien van verschillende bodemsoorten. Het Alkmaardermeer is grotendeels omringt met een ontgonnen veenvlakte. Bij de boring is te zien dat er vier lagen zijn. De eerste laag die te zien is is een a-horizont. Deze horizont is een lichtbruine droge bodem en bevat veel plantenresten. De tweede bodem is vanaf ca.30 cm tot en met 60 cm een grijze bodem wat verschillende roestdeeltjes te vinden zijn. Dit is tevens een kleibodem wat vochtig is en geen plantenresten bevat. De laatste 60 cm zijn veen. Hierbij is het een zwarte kleur vanaf 70 cm wat tevens ook weer vochtig is en wat ook weer veel plantenresten bevat. De laatste 20 cm is er eigenlijk niet veel verandering. Alleen de kleur is donkerbruin en de vochtigheid is nat. In de laatste 20 cm is er ook een beetje een roestachtige kleur te bekennen. Dit heeft te maken met aeroob en anaeroob. Bij de laatste laag is er sprake van anaeroob. Hierbij krijgen de stoffen geen zuurstof en is er dus sprake van verzuring. Hierbij kunnen de stoffen niet verteren, omdat het permanent onder water staat. Bij de laag daarboven krijgen de stoffen wel zuurstof en daardoor is er geen roestachtige kleur te bekennen en daardoor kunnen de stoffen wel verteren. 

Bodemprofiel Akersloot ( veenpolder )

Schulpenvaart ( Oer-IJ )

Het strand en de duinen lagen niet altijd op dezelfde plek als dat ze nu zijn. Een paar duizend jaar geleden lag Uitgeest en Akersloot aan zee.  

Door de verplaatsing van de kust naar het westen zijn er verschillende ophopingen van zand ontstaan. Door het smelten steeg de zeewaterspiegel en ging het water steeds meer landinwaarts.  Hierbij werd het zand steeds verder opgestuwd en ontstonden er strandwallen. Dit waren stukjes land die boven de zee uitstaken. De strandwallen zijn gevormd in het Holoceen. 

De dorpen die op de strandwal liggen zijn vaak langgerekt zoals Castricum. Op de strandwal groeien grote oude loofbomen, omdat de strandwal uit zandgrond bestaat. En op de vlaktes naast de strandwal groeien geen bomen, want dat is boven op een dik pakket veengrond met daaronder zandgrond met afgewisseld kleigrond met schelpen. De vlaktes zijn te nat om akkerbouw of veeteelt op te verrichten. 

Zo’n 5000 jaar geleden stroomde de Oer-IJ naar de zee toe en doorsneed de verschillende strandwallen. Toen vervolgens de laatste duinen rij werd gevormd, groeiden de duinen dicht. Hierdoor stroomde de Oer-IJ landinwaarts en ontstond de Het strand en de duinen lagen niet altijd op dezelfde plek als dat ze nu zijn. Een paar duizend jaar geleden lag Uitgeest en Akersloot aan zee.  

Door de verplaatsing van de kust naar het westen zijn er verschillende ophopingen van zand ontstaan. Door het smelten steeg de zeewaterspiegel en ging het water steeds meer landinwaarts.  Hierbij werd het zand steeds verder opgestuwd en ontstonden er strandwallen. Dit waren stukjes land die boven de zee uitstaken. De strandwallen zijn gevormd in het Holoceen. 

De dorpen die op de strandwal liggen zijn vaak langgerekt zoals Castricum. Op de strandwal groeien grote oude loofbomen, omdat de strandwal uit zandgrond bestaat. En op de vlaktes naast de strandwal groeien geen bomen, want dat is boven op een dik pakket veengrond met daaronder zandgrond met afgewisseld kleigrond met schelpen. De vlaktes zijn te nat om akkerbouw of veeteelt op te verrichten. 

Zo’n 5000 jaar geleden stroomde de Oer-IJ naar de zee toe en doorsneed de verschillende strandwallen. Toen vervolgens de laatste duinen rij werd gevormd, groeiden de duinen dicht. Hierdoor stroomde de Oer-IJ landinwaarts en ontstond de Schulpenvaart. 

Het oer-IJ

De Schulpenvaart is een van de routes die gebruikt werd om schelpen te vervoeren naar de kalkovens van Akersloot. Tegenwoordig is er ruimte tussen de schulpenvaart en het nabij liggende dorp Castricum die ruimte wordt gebruikt voor waterberging wanneer er nood is. 

relief kaart Akersloot

Rand van de strandwal met zicht op de eendenkooi

Bij de rand van de strandwal bestaat de bodem uit een moerige eerdgrond met als bovengrond zand. Tot onze verrassing kwam er tijdens de boring iets heel anders naar boven. En wat dat is kunnen wij niet precies beschrijven. 

Geomorfologische kaart van uitgeest

Bodemprofiel aan de rand van de strandwal bij uitgeest

Een eendenkooi is een oud jachtmiddel uit de middeleeuwen om wilde eenden te vangen. Hierbij werd gebruik gemaakt van een groep lokeenden die midden in de eendenkooi bij een plas zaten. De overvliegende wilde eenden zagen dat van bovenaf en gingen landen om vervolgens te worden gevangen door de kooiker.  

eendenkooi bij uitgeest

Locaties excursie

Hoogteverschil tussen links ( Kalverpolder ) en rechts ( Wijde Wormer )

Bodemprofielen van links: Kalverpolder en rechts: Wijde Wormer

Bodemprofiel Akersloot ( veenpolder )

Het oer-IJ

Geomorfologische kaart van uitgeest

Bodemprofiel aan de rand van de strandwal bij uitgeest

eendenkooi bij uitgeest