Wintergasten in beeld

Elk jaar bezoeken miljoenen vogels uit Scandinavië en Rusland ons land. Bekijk en beluister hier 7 opvallende van deze wintergasten.

Brilduiker

De brilduiker valt wel op! Niet dankzij z’n hoge, puntige kop. Op de wangen witte rougevlekken, onder felgele ogen. Alsof hij zo’n wijs knijpbrilletje op z’n snavel heeft. In de winter heb je de grootste kans om er een te spotten. In het Engels heeft-ie trouwens ook een prachtige naam: goldeneye!

Nonnetje

Het nonnetje is een fraaie verschijning, al helemaal in de winter! Van verre zie je de mannetjes met de zwarte tekening op een wit lijf, een contrast met de grijze vrouwtjes. Nonnetjes zijn de kleinste van de drie soorten zaagbekken. Dankzij kartels in de snavel kunnen zaagbekken goed een glibberige visje vastpakken. Nonnetjes broeden in holtes van bomen, vaak gemaakt door: zwarte spechten!

Klapekster

Dit is de klapekster! Aangenaam. Of nou ja, niet zo aangenaam als je een kleine zangvogel, kever, muis of hoornaar bent. Want de klapekster lust je rauw: als een spies prikt hij zijn prooi op een doorn of prikkeldraad. Mooi om te zien dat deze schaarse wintergast onder andere de Biesbosch heeft uitgekozen om rustig de winter door te brengen.

Smient

Smientjes worden ook wel fluiteendjes genoemd vanwege hun mooie gefluit. Als er ééntje opvliegt, dan vliegen ze allemaal op zoals je kunt zien! De smient heeft weinig eetmanieren: hij trekt gras vaak met wortel en al uit de grond. De gulzigaard.

Grote zaagbek

Roomwit en rondborstig: niet voor niets wordt de grote zaagbek ook wel 'boterbuik' genoemd. Het aantal grote zaagbekken dat hier jaarlijks overwintert varieert sterk, 4.500 tot 23.000. Dit hangt namelijk sterk af van de kou in de Oostzee: hoe kouder het daar is, hoe meer boterbuiken bij ons!

Wintertaling

Deze kleine eendjes zijn gek op ondiepe waterplassen met dichte begroeiing op de oevers. Check eens hoeveel printjes de wintertaling op zijn verenkleed heeft! Met de kop onder water verzamelen ze kleine waterdiertjes en plantaardig voedsel.

Rotgans

“Rrrrot, rrrrot, rrrrot!” roept deze langeafstandstrekker. Van de Siberische toendra’s vliegen rotganzen naar ons Waddengebied. In de wintermaanden eet hij zich tonnetje rond en komt hij 30% in lichaamsgewicht aan.

Winterrust is essentieel

Vele tienduizenden watervogels, zoals ganzen, reigers, roofvogels, meeuwen en eenden blijven de gehele winterperiode in ons land. De winters zijn hier minder koud en er is genoeg voedsel te vinden voor deze ‘wintergasten’. Ze zoeken grote open stukken water op, zoals de Biesbosch of de Oostvaardersplassen. Dit water vriest minder snel dicht en zijn voedselrijk. Hier wachten de vogels in de luwte tot de winter voorbij is en het voorjaar begint. Ze komen hier weer op kracht voor de terugtocht of ter voorbereiding op het komende broedseizoen. De vogels hebben daar alle energie voor nodig. Daarom hanteren we in veel gebieden een winterrust en sluiten we bepaalde delen in de winter af. Met name watervogels zijn extreem schuw en verstoring op open water is dan ook snel gebeurd.

Meer lezen over hoe we wintergasten rust bieden in de Biesbosch?  Lees het boswachtersblog