Waterkwaliteit op de kaart 2021

Overzicht


Schoon water

De zorg voor de waterkwaliteit is een van de kerntaken van Delfland. Delfland streeft ernaar overal in het gebied schoon, gezond en levend water hebben. Delfland meet en bewaakt de waterkwaliteit om inzicht te krijgen in de ontwikkeling daarvan en het effect van maatregelen die wij nemen ten behoeve van de waterkwaliteit. Elk jaar rapporteert Delfland over de resultaten van de monitoring van het jaar ervoor.

In deze video ziet u in het kort hoe wij werken aan schoon water in het gebied en waarom wij dit doen.

Monitoring

Delfland meet en bewaakt de waterkwaliteit in haar gebied.  Het gaat hier onder andere om stikstof, fosfaat, chloride, zuurstof, gewasbeschermingsmiddelen en vegetatie. Alle meetresultaten worden getoetst aan de geldende normen. De meetresultaten geven inzicht over hoe de waterkwaliteit op dat moment is, zich ontwikkelt en de het effect van maatregelen hierop. Elk jaar wordt er op een aantal basislocaties gemeten, dit geeft een algemeen beeld over hoe het gaat binnen Delfland. Daarnaast is er ook een roulerend meetnet. In dit meetnet zoomen we 1 keer per 3 jaar in op een regio om meer gedetailleerde informatie te verzamelen. De meetresultaten en conclusies die daaruit getrokken kunnen worden, worden elk jaar gerapporteerd in de waterkwaliteitsrapportage.


Stikstof

Stikstof is een voedingstof welke belangrijk is voor de waterkwaliteit.

In de ­boezem Westland/Midden-Delfland (voorheen de Westboezem) en boezem Schie/Haaglanden (voorheen de Oostboezem) is de concentratie aan totaal-stikstof in het zomer­halfjaar lager dan in 2021 en er wordt met respectievelijk 2,1 (PI 2,3) en 1,8 (PI 2,0) mg N/l voldaan aan de opgestelde Prestatie Indicator (PI). Ook in de glastuinbouwpolders (4,6 mg N/l) was de stikstofconcentratie lager dan in 2021. Alleen in de graslandpolders (3,8 mg N/l) ligt de concentratie hoger dan in 2021. Een belangrijke bron van stikstof is het glastuinbouwgebied. De glastuinbouwsector in Delfland is (nagenoeg) volledig aangesloten op de riolering of recirculeert haar afvalwater. Toch blijken er nog lekkages van stikstof en fosfaat naar het oppervlaktewater plaats te vinden. Waterbewust zijn op het bedrijf moet het verschil maken de komende jaren. Andere belangrijke bronnen van stikstof en fosfaat verschillen per gebied en gebruik: waterbodem, uitspoeling (melkveehouderij), en in stedelijk gebied kunnen ook hondenpoep, bladval, (voeren van) watervogels. Ook buiten het glastuinbouwgebied voldoen de concentraties nog niet aan de normen.


Fosfaat

Fosfaat is een voedingstof welke belangrijk is voor de waterkwaliteit. De gemiddelde totaal-fosforconcentratie in de ¬boezem Westland/Midden-Delfland is in 2022 met 0,55 mg P/l lager dan in 2021 (0,75 mg P/l), terwijl de concentratie in de boezem Schie/Haaglanden vergelijkbaar is met 2021 (0,51 mg P/l). In de glastuinbouwpolders (0,74 mg P/l) en in de graslandpolders (1,4 mg P/l) was de totaal-fosfor-concentratie gemiddeld gelijk aan 2021. Een belangrijke bron van fosfaat is het glastuinbouwgebied. De glastuinbouwsector in Delfland is (nagenoeg) volledig aangesloten op de riolering of recirculeert haar afvalwater. Toch blijken er (bewuste en/of onbewust) nog lozingen van stikstof en fosfaat naar het oppervlaktewater plaats te vinden. Waterbewust zijn op het bedrijf moet het verschil maken de komende jaren. Andere belangrijke bronnen van stikstof en fosfaat verschillen per gebied en gebruik: waterbodem, uitspoeling (melkveehouderij), en in stedelijk gebied kunnen ook hondenpoep, bladval, (voeren van) watervogels. Ook buiten het glastuinbouwgebied voldoen de concentraties nog niet aan de normen.


Chloride

In Delfland zijn er nauwelijks problemen met te hoge chlorideconcentraties. Dit doet zich slechts op een paar locaties voor. Hoge chloride concentraties hebben enerzijds te maken met kwel richting de polders anderzijds door zoutindringing bij het schutten van de sluizen.

Delfland kampt niet met structurele knelpunten als gevolg van te hoge chlorideconcentraties. Als de concentraties te hoog dreigen op te lopen (bijv. in langere periode van droogte) wordt er extra zoet water ingelaten vanuit het Brielse Meer.


Gewasbeschermingsmiddelen

Op de meetlocaties is de toxiciteit bepaald aan de hand van de aangetroffen gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. Oftewel de giftigheid van het water voor het milieu. Op de kaart is per meetpunt weergeven in welke toxiciteitklasse het meetpunt valt. Dit geeft aan hoeverre op die locatie gewasbeschermingsmiddelen een belemmering vormen voor de ecologie.

Uit de metingen van de waterkwaliteit in het glastuinbouwgebied blijkt dat (on)bewuste lozingen op het oppervlaktewater de belangrijkste bron van gewasbeschermingsmiddelen zijn binnen het beheergebied van Delfland. Andere bronnen zijn bijvoorbeeld overige partijen uit de agrarische sector en particulier gebruik van middelen. De inspanningen van de afgelopen jaren sorteert effect. Desalniettemin treffen we gewasbeschermingsmiddelen nog altijd te vaak en in te hoge concentraties aan. Dit belemmert nog op veel plaatsen de ontwikkeling van een gezond ecosysteem.


Vegetatie

Belangrijk voor een gezonde sloot is de bedekking met planten in en om het water. Waterplanten vormen een heel belangrijke leefomgeving voor dieren in het water. De bedekking met planten is in Delfland vaak niet voldoende. Slechts in een klein aantal gevallen staat er wel voldoende en in een paar gevallen juist te veel. In de jaren is de bedekking met onderwaterplanten vrij stabiel, terwijl de bedekking met (deels) boven water groeiende planten afneemt.

Het belangrijkste knelpunt voor planten in en om het water is dat er te weinig leefgebied voor soorten is. Ook intensief onderhoud van het water (maaien, baggeren) is een knelpunt. Oevers zijn vaak steil en beschoeid, waardoor zowel planten als dieren weinig geschikt substraat (ondergrond) kunnen vinden om op te leven. Door teveel stikstof en fosfaat in het water, is het water eerder troebel en krijgen onderwaterplanten minder kans. Bepaalde soorten planten en dieren gaan sterk overheersen en verdringen zo andere soorten. Hierdoor wordt de soortenrijkdom (biodiversiteit) laag. Zuurstoftekort in het water speelt ook vaak een rol. Alleen bepaalde soorten planten en dieren kunnen leven met dit tekort. Een zuurstoftekort heeft zodoende een zeer sterke negatieve invloed op de biodiversiteit.


Zuurstof

Voldoende opgelost zuurstof in het water is een voorwaarde voor een gezond watersysteem. Als er een tekort aan zuurstof is opgelost zorgt dit er onder meer voor dat vissen in ademhalingsproblemen komen en dat bacteriën plantenmateriaal niet kunnen afbreken. Er gaan dan bacteriën aan het werk die zonder zuurstof kunnen leven. Deze produceren dan de rotte eieren lucht.

 

Vissen en zuurstof

Een optimale concentratie voor vissen ligt ergens tussen 8 en 12 mg zuurstof per liter. Het is echter afhankelijk van de vissoort en de duur van blootstelling aan een lage zuurstofconcentratie in hoeverre vissen te lijden hebben onder lage zuurstofconcentraties. Onder de 2 mg/l kan vissterfte optreden. Onder 5 mg/l kunnen vissen stress ondervinden. Een concentratie van 5 mg/l werd in de oude waterkwaliteitsnormen als minimum gesteld voor karperachtigen. De Europese Kaderrichtlijn Water stelt eisen aan de zuurstofverzadigingspercentages en niet aan de zuurstofconcentratie in mg/l.