
Storymap Ontwerp Peilbesluit Dwarsdiep
Introductie
De storymap Dwarsdiep is onderdeel van de toelichting op het peilbesluit Dwarsdiep. In een peilbesluit legt het waterschap de waterpeilen vast van een begrensd gebied, vaak één of meerdere polders en welke maatregelen daarbij horen.
Voor meer informatie over hoe een peilbesluit tot stand komt, zie ook de webpagina; Peilbesluiten .
Aanleiding aanpassingen in het Dwarsdiepgebied
In het Zuidelijk Westerkwartier ligt een gezamenlijke natuur- en wateropgave voor waterveiligheid, waterkwaliteit en natuur. Opgaven voor recreatie, landbouw, landschapsherstel en leefbaarheid worden waar mogelijk meegenomen bij de uitvoering van de natuur- en wateropgaven. Als Waterschap Noorderzijlvest werken wij samen met de provincie Groningen en gebiedspartners aan het behalen van deze doelen. Dit doen we in de ‘Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier’. Deze gebiedsontwikkeling vraagt om aanpassingen binnen het Dwarsdiepgebied. Voor het Dwarsdiepgebied zijn er drie hoofdopgaven:
- Verbeteren waterveiligheid Het Dwarsdiep is aangewezen als bergingsgebied. Dit staat in het maatregelenpakket Droge Voeten 2050 (de Weme et al., 2014; Provincie Groningen [Stuurgroep Droge Voeten 2050], 2010) en is door de provincie Groningen vastgelegd in het Provinciaal Inpassingsplan. De waterberging in het Dwarsdiepgebied is nodig om waterveiligheid te borgen. Het doel van de waterberging is na langdurige regenval het teveel aan water tijdelijk opvangen. In natte periodes voorkomt deze berging overstromingen verderop in het gebied. De verwachting is dat het Dwarsdiepgebied gemiddeld één keer per tien jaar als waterberging wordt ingezet. De bevoegdheid om de waterberging in te zetten is vastgelegd in de Waterwet.
- Verbeteren waterkwaliteit Het Dwarsdiep is binnen de Kaderrichtlijn Water (KRW) aangewezen als waterlichaam. Het doel van de KRW is dat in 2027 al het oppervlakte- en grondwater in Europa schoon en gezond is. Ook moet het in goede ecologische toestand zijn. Doordat we een goede combinatie tussen water en natuur maken, dragen we bij aan de verbetering van de waterkwaliteit van het Dwarsdiep en de ecologische omstandigheden van het Dwarsdiepgebied.
- Natuurontwikkeling Een groot deel van het Dwarsdiepgebied ligt binnen het Natuur Netwerk Nederland (NNN). De al aanwezige natuur heeft te lijden van verdroging. Daarom gaan we in het natuurnetwerk de mogelijkheden voor een hoge grondwaterstand benutten voor de ontwikkeling van de natuur. Hiermee krijgen we een bijzondere kwelafhankelijke natuur zoals natte schraallanden, vochtige hooilanden en dotterbloem-hooilanden. Zo houden we ook het kwelwater langer vast.

Peilbesluit voor het Dwarsdiep vastgesteld
Om onze doelen te halen moeten we aanpassingen doen in het watersysteem. Denk aan veranderingen aan waterlopen, keringen en kunstwerken (zoals stuwen en gemalen) die het oppervlaktewaterpeil beheersen. Dit hebben we vastgelegd in een nieuw peilbesluit voor het Dwarsdiep. Een peilbesluit geeft het gewenste streefpeil aan van het oppervlaktewater binnen een bepaald peilgebied. Het opstellen en vaststellen van een peilbesluit is een taak van ons als het waterschap.
Het doel van het peilbesluit Dwarsdiep is het vaststellen van de peilvakken en de streefpeilen die daarbij horen. In het peilbesluit leggen we uit hoe en waarom de doelen behaald worden. Ook toetsen we of de voorgestelde inrichtingsmaatregelen geen negatieve effecten hebben op de omgeving. En of ze voldoen aan de verplichte normen. Inrichtingsmaatregelen zijn bijvoorbeeld nieuwe kunstwerken, vergrootte of verkleinde waterlopen en aanleg van nieuwe keringen. Ook wordt de waterberging zo ingericht dat het omliggende gebied kan blijven afwateren.
Peilbesluiten zijn nodig omdat in een gebied vaak meerdere functies en belangen spelen, zoals wonen, landbouw- en natuurbelang. De plaatselijke waterstand heeft invloed op deze functies en belangen. Daarom hebben we alle belangen afgewogen voordat het streefpeil en peilvak werd vastgesteld. Dit peilbesluit geeft zowel burgers als overheid duidelijkheid en rechtszekerheid over het waterpeil.
Peilbesluit procedure
Als waterschap hebben we vier procedures doorlopen om tot een geldig besluit te komen: een juridische, bestuurlijke, inhoudelijk technische procedure en een gebiedsparticipatie waarin belanghebbenden meedenken. Dit is gedaan zodat we alle belangen zo goed mogelijk behartigen. Daarvoor hebben we allerlei gegevens verzamelt, in overleg met de betrokkenen en belanghebbenden in het gebied.
Dit is gedaan volgens onderstaande stappen:
- Uitvragen aan gebiedspartners Bij de aftrap van dit project hebben we officiële instanties zoals gemeente Westerkwartier, Staatsbosbeheer, Provincie Groningen en LTO Noord gevraagd om hun wensen te delen. Deze wensen hebben we meegenomen in de voorbereiding van het besluit. Tijdens deze overleggen hebben we de genoemde organisaties geïnformeerd over het aanstaande peilbesluit en het hierbij horende proces. Ook hebben we een aantal één op één gesprekken gevoerd met bewoners. Hieruit volgen de voorgestelde streefpeilen.
- Ter inzage leggen van het ontwerp-peilbesluit voor inspraak We hebben het ontwerp-peilbesluit zes weken ter inzage gelegd. In deze periode hebben belanghebbenden vragen gesteld over en gereageerd op het voorstel.
- Organiseren van omgevingsbijeenkomsten In deze periode hebben we een oriënterende bijeenkomst voor het gebied georganiseerd. Op deze inloopavond hebben we de uitgevoerde onderzoeken uitgelegd en bespraken we de impact op het gebied die we verwachten. Ook konden inwoners hier verder in gesprek over belangen, knelpunten, wensen en te onderzoeken oplossingsrichtingen. Hierna konden inwoners dit alles eventueel in zienswijzen verwoorden en indienen.
- Verwerken van opgehaalde zienswijzen De opgehaalde informatie en de oplossingsrichtingen, vanuit de omgeving en intern, zijn door ons verwerkt in de onderzoeken. Ook zijn de zeven ingediende zienswijzen inhoudelijk beoordeeld, beantwoord en waar nodig in het besluit verwerkt. Met al deze uitkomsten hebben we het ontwerp-peilbesluit aangepast tot een definitief voorstel.
- Delen van vernieuwd ontwerp De antwoorden op de zienswijzen en de verder procedure voor het nieuwe peilbesluit is naar de indieners van zienswijzen en naar het algemeen bestuur (AB) van ons waterschap toegestuurd. Tijdens de vergadering van het algemeen bestuur op 5 juni 2024 heeft het algemeen bestuur dit voorstel besproken.
- Vaststellen van peilbesluit Het AB heeft het peilbesluit op 5 juni vastgesteld. Na de officiële publicatie op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2024-11801.html is de 6-weekse beroepstermijn bij de rechtbank gestart.
- Uitvoeren van streefpeil Na het volledig doorlopen van het vaststellingsproces werken we aan de verdere voorbereiding van de maatregelen die nodig zijn om het streefpeil in te kunnen stellen. Onderdeel hiervan zijn diverse afspraken over ontwatering en gebruik van percelen. Als allerlaatste stap na realisatie van deze maatregelen stellen we de peilen in. Dit is naar verwachting ergens in 2027.

Gebiedsbeschrijving
In dit hoofdstuk beschrijven we over welk gebied het precies gaat en hoe deze er in de huidige situatie (voorafgaand aan de herinrichting van het gebied) uitziet.
Ligging
Het Dwarsdiep ligt in de provincie Groningen, tussen Marum en Boerakker. Het Dwarsdiep is zo'n 9 kilometer lang en loopt van zuidwest naar noordoost. Het maakt onderdeel uit van de Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier. Zie Figuur 1. Meer informatie over deze ontwikkeling vindt u op www.zuidelijkwesterkwartier.nl .
De maatregelen in de verschillende projecten vanuit ‘Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier’ zijn goed te combineren en vaak versterken ze elkaar zelfs. Op veel plekken in Nederland worden natuur-, water- en klimaatopgaven aan elkaar gekoppeld. Vaak vragen de aanpassingen hierdoor minder ruimte in het buitengebied, zijn de uitvoeringskosten lager en is er minder overlast voor omwonenden. Ook in het Dwarsdiepgebied is gekozen voor deze aanpak.
Lees meer over het gebied en de plannen in de Storymap van het Dwarsdiep.

De begrenzing van het peilbesluitgebied
De begrenzing van het peilbesluit bestaat uit de peilgebieden waar we een verandering in het peilbeheer voorzien en om de gebieden die hier mogelijk effecten van ondervinden. Deze peilgebieden zijn met elkaar verbonden en direct of indirect verbonden met het Dwarsdiep. Daarmee gaat het peilbesluit niet alleen over het Dwarsdiep zelf maar ook over een deel van de wateren (zijlopen) daaromheen.
Het totale afvoergebied van het Dwarsdiep is ongeveer 5.900 hectare groot. Dit peilbesluit heeft betrekking op circa 1520 hectare van het totale afvoergebied van het Dwarsdiep. We hanteren verschillende streefpeilen, voor een deel is dit een vast streefpeil van 93 cm onder NAP. Met gemalen en stuwen kunnen we de waterstand beïnvloeden. Zo bemalen we de laaggelegen gronden langs het Dwarsdiep. Het teveel aan water wordt daar door een gemaal weggepompt. Met een kering langs het Dwarsdiep beschermen we de polders Oude Riet en Wemerpolder tegen overstromingen na veel regen. In de verscheidene zijlopen van het Dwarsdiep houden we de waterpeilen, waar mogelijk, hoger door stuwen.
In figuur 2 is een watersysteemkaart opgenomen van de huidige situatie in het peilbesluitgebied.

In het oostelijk deel van het Dwarsdiepdal komt kwel naar boven. Dit ijzerrijke grondwater komt van de hoger gelegen delen in Drenthe en Friesland. Het komt naar boven op plaatsen waar minder weerstand in de bodem zit. Op deze plaatsen ontbreekt een laag potklei in de bodem. Het kwelwater is er het hele jaar door en is goed voor de natuur, maar is op dit moment nog niet goed te benutten voor de ontwikkeling van nieuwe natuurtypen. Dit komt vooral door lage grondwaterstanden en de afvoer van het water via de gemalen. Met de aanpassingen van het watersysteem die zijn opgenomen in dit peilbesluit gaan we daar verandering in brengen.
In het Dwarsdiep is nog geen sprake van een goede ecologische toestand. Voor meer kleine waterdiertjes, waterplanten en vissen moet het water meer stromen en zijn meer paai-, opgroei- en foerageerplekken nodig. Een natuurlijke en gevarieerde inrichting van het Dwarsdiep leent zich hier beter voor dan steile, kale oevers. Ook de waterkwaliteit is nog niet goed en door gemalen en stuwen in het gebied kunnen vissen niet stroomopwaarts zwemmen naar gebieden waar ze jongen kunnen krijgen.
Ontwikkelingen als klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling hebben allemaal invloed op waterbeheer. Ze leiden tot een grote gezamenlijke wateropgave voor alle overheden in ons land. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben overheden vastgelegd op welke manier, met welke middelen en in welke periode zij hieraan gaan werken. Aan de hand van een toetsing volgens de normen van de NBW is voor het peilbesluitgebied Dwarsdiep in beeld gebracht of er knelpunten zijn qua wateroverlast voor het gebruik van grasland en bebouwing. In de huidige situatie voldoen alle peilgebieden aan de NBW-norm voor grasland. In het peilbesluitgebied zijn twee gebieden waarbinnen een aantal plekken niet voldoen aan de NBW-norm voor bebouwing; dit gaat om locaties in Marum en ten zuiden van Noordwijk. Maar op deze locaties is geen bebouwing aanwezig, waardoor aanpassing niet nodig is.

Maaiveld
Hoogteligging Het Dwarsdiepgebied ligt in een beekdal. In dit beekdal is een groot verschil in reliëf tussen het westelijk en oostelijk deel. Het oostelijk deel is breder en vlakker dan het westelijk deel. Het hoogteverschil kan hier oplopen tot 1,80 m. In het westelijk deel is het hoogteverschil groter. Zo ligt Marum een stuk hoger dan de gronden langs het Dwarsdiep. Het verschil in dit deel kan oplopen tot 4,50 m. Op figuur 4 is de hoogteligging in kaart gebracht.
Drooglegging/hydraulische norm Om te zorgen dat inwoners en gebruikers geen overlast ervaren (te nat of te droog) kijken we ook altijd naar de droogleggingsnorm. De drooglegging hangt samen met de maaiveldhoogte en het oppervlaktewaterpeil. De drooglegging is de diepte van de oppervlaktewaterstand ten opzichte van het maaiveld. Deze term moet niet verward worden met de ontwateringsdiepte. Die geeft de grondwaterstand midden tussen de sloten ten opzichte van maaiveld weer bij een bepaalde drooglegging. De hoogte van deze grondwaterstand ten opzichte van het oppervlaktewaterpeil, heet opbolling. In figuur 5 zijn deze drie termen verduidelijkt met rode pijlen.
Figuur 5: Ontwateringsdiepte, drooglegging en opbolling.
De drooglegging in de huidige situatie van het Dwarsdiepgebied is getoetst. Bebouwing staat in het hele gebied op de hogere delen, met bijna overal een drooglegging van meer dan 1,30 m. Voor het bestaande landbouwgebruik is de droogleggingswens groter dan voor de bestaande natuurgebieden. Daarmee is de drooglegging in vooral de Wemerpolder en polder Oude Riet niet op het natuurgebruik afgesteld. Cijfers bij deze berekeningen vindt u op pagina 33 in de Toelichting-Peilbesluit Dwarsdiep van Sweco (Rusticus & Braaksma, 2023). Met dit peilbesluit passen we de peilen zo aan dat ze binnen de grenzen van de waterberging wel aansluiten bij het natuurgebruik. De andere functies in de directe omgeving van de natuur, zoals wonen zullen geen nieuwe knelpunten ervaren.
Maaiveld- en Bodemdaling In het gebied zijn twee processen van veranderingen in de hoogte van het maaiveld van belang:
- maaivelddaling door veenoxidatie;
- bodemdaling door gaswinning.
Daling door veenoxidatie is een vorm van maaivelddaling. De daling ontstaat door de oxidatie (vergaan) van alleen een deel van de bovenste bodemlaag. Langs het Dwarsdiep en in het noordoostelijk vlakke en lagere gedeelte van het gebied is veen in de ondergrond aanwezig (figuren 6 en 7). Deze gronden zijn grotendeels bestaande natuur of al als Natuurnetwerk-Nederlandgebied (NNN) begrensd. In de natuurgebieden houden we voor een deel het waterpeil hoger. Hierdoor vertraagt of stopt de veenoxidatie en daarmee ook de maaivelddaling.
Naast de maaivelddaling is in het gebied ook bodemdaling door gaswinning. Daling door gaswinning vindt plaats op grote diepte, waardoor de bodem in een groter gebied daalt. De kunstwerken zoals stuwen en duikers, dalen dan mee. In 2018 was de bodemdaling die sinds het begin van de gaswinning in het gebied is opgetreden, 3 tot 6 cm. Tot 2080, wanneer naar verwachting de einddaling is opgetreden, wordt nog 2 tot 4 cm extra bodemdaling verwacht. Zie figuur 8.
Bodem en grondwater
Bodemsoorten De ondiepe bodemopbouw bestaat uit voornamelijk zand, veen en moerig materiaal, zie de bodemkaart in figuur 6 en de veendiktekaart in figuur 7. In het beekdal is vooral veen en moerig materiaal aanwezig. In het oostelijk deel is een groot gebied geclassificeerd als aangelegde petgaten. Hier hebben in het verleden veenafgravingen plaatsgevonden. Op de flanken en hoge gronden overheersen de zandgronden. Ook de diepere bodemlagen zijn meegenomen in het onderzoeken van dit gebied. Meer informatie over de diepere bodemlagen vindt u op pagina 18 in het Peilbesluit Dwarsdiep Toelichting (Rusticus & Braaksma, 2023).
Huidig grondgebruik Het huidige landgebruik in het gebied is overwegend landbouw en natuur (figuur 9). Landbouw bestaat vooral uit grasland, met enkele verspreid liggende akkerlandpercelen, waar mais wordt verbouwd. De natuur in het gebied bestaat uit voornamelijk open gebied (graslanden).
Bebouwing ligt verspreid langs de wegen en in enkele (kleine) kernen. De infrastructuur in het gebied bestaat uit een snelweg (A7), een N-weg (N980 tussen Noordwijk en Marum) en verschillende secundaire of lokale wegen, zoals de Hooiweg en de Beldam aan de noordzijde van het Dwarsdiep en de Hamrik aan de zuidzijde.
Grondwater Naast de bodemopbouw houden we rekening met de grondwaterstand bij het peilbesluit. Grondwaterstanden geven een indruk van hoe ‘nat’ of ‘droog’ de diepere ondergrond (bodem) is. En daarmee hoe de diepere ondergrond de functies in het gebied beïnvloedt. Grondwater is al het water dat zich in de ondergrond bevindt. De grondwaterstand is de hoogte van het water in de ondergrond. Het heeft invloed op en wordt beïnvloed door rivieren, sloten, meren en moerassen.
We kijken naar de grondwaterstand in de winter (GHG, gemiddeld hoogste grondwaterstand) en in de zomer (GLG, gemiddeld laagste grondwaterstand). Ook voor het Dwarsdiepgebied zijn de GHG en de GLG berekend. Meer detailinformatie staat op pagina 38 in de Peilbesluit Dwarsdiep Toelichting (Rusticus & Braaksma, 2023).
Beschrijving peilbesluit-maatregelen
Integraal maatregelenpakket
Dit peilbesluit ondersteunt de hoofddoelen van de gebiedsontwikkeling voor het Dwarsdiepgebied:
- bijdragen aan waterveiligheid in extreme situaties door waterberging;
- tegengaan van verdroging en het conserveren van water;
- regulering van afwatering;
- ontwikkeling van een robuust beekdallandschap met bijbehorende natuurtypen;
- ontwikkeling van nieuwe, kwelafhankelijke natuur;
- verbetering van het leefgebied van waterplanten en -dieren.
Om dekkende en passende maatregelen te ontwerpen hebben we opnieuw naar alle aspecten en de invloed van deze aspecten gekeken. Daarom zijn de maatregelpakketten onderverdeeld in de volgende kopjes: waterberging, natuur, landschap, watersysteem, autonome maatregelen en monitoringsplan. Figuur 10 geeft een overzicht van alle maatregelen.

Waterberging
In ons beheergebied (Waterschap Noorderzijlvest) loopt het water in afvoersituatie ruwweg van het zuiden naar de zee. Daarin hebben de grotere watergangen een belangrijke rol in het afvoeren van water. Soms is er te veel water en te weinig ruimte in de watergangen om het water af te kunnen voeren. Daarom zijn een aantal locaties aangewezen als waterberging (De Drie Polders, Polder de Dijken- Bakkerom, Dwarsdiep, de Onlanden). In een ingerichte waterberging kan tijdens hoogwater tijdelijk water opgeslagen worden zodat overige gebieden eerst af kunnen wateren.
De waterberging Dwarsdiep heeft het meeste effect op de waterstand in de boezem wanneer deze als een van de eerste waterbergingen wordt ingezet. We kiezen voor de inzet van waterberging op basis van factoren zoals de actuele en voorspelde waterstanden. We verwachten dat de inzet van de waterberging gemiddeld eens in de tien jaar nodig is.
Om het water in het gebied te bergen plaatsen we aan de benedenstroomse zijde van het Dwarsdiep een waterbergingsstuw. Dat is in het Dwarsdiep bij het Wilgepad. Deze stuw ligt in normale omstandigheden plat en wordt omhoog gezet wanneer we de waterberging inzetten. Op laaggelegen plekken leggen we keringen aan tussen het toekomstige waterbergingsgebied en het achterland.
De gebieden die buiten de waterberging vallen, maar wel onderdeel zijn van de huidige Polder Oude Riet en de Wemerpolder, krijgen een nieuwe bemaling. Hiervoor bouwen we drie nieuwe gemalen: in het resterende deel van de Wemerpolder, bij de Roordaweg en bij het Wilgepad.
Natuur
De waterhuishouding in het natuurgebied is afgestemd op de toekomstige natuurfunctie. We verhogen het waterpeil door het grondwater niet meer direct via het gemaal in het Dwarsdiep te pompen Dit betekent dat ijzerrijk grondwater niet meteen wordt afgevoerd, maar beschikbaar is voor kwelafhankelijke natuur. De natte omstandigheden en de aanwezigheid van het ijzerrijke grondwater zorgen ervoor dat het voedselrijke water uit het Dwarsdiep minder invloed heeft op de natuur. Verder helpen hogere grondwaterstanden in het voorjaar en de zomer tegen verdroging. Andere maatregelen die we nemen zijn gericht op het natuurlijker inrichten van de waterlopen.

Watersysteem
Het watersysteem binnen de begrenzing van de waterberging verandert aanzienlijk. In de volgende paragrafen staan:
- de veranderingen in de streefpeilen en begrenzingen van de peilgebieden;
- de wijzigingen in de watergangen en kunstwerken.
Peilgebieden en waterpeilen We verhogen de waterpeilen voor een deel van het gebied, met name om de omstandigheden voor natuurontwikkeling te verbeteren. Door deze verandering wijzigen ook de begrenzingen van een deel van de peilgebieden.
De grootste wijzigingen zijn de ontpolderingen van delen van de huidige Polder Oude Riet en de Wemerpolder. De huidige gemalen vervangen we door vispasseerbare drempels, waardoor de oppervlaktewaterpeilen in rust met 0,70 m tot 0,90 m stijgen. Buiten de begrenzing van de waterberging worden de huidige waterstanden grotendeels hetzelfde als eerder. In de middenloop van het Dwarsdiep (GPGDRM4027 in figuur 11) wordt het waterpeil verhoogd door aanpassing van het beekprofiel en plaatsing van vispasseerbare drempels. Het wordt daarmee een gestuwd peilgebied. Een gestuwd peilgebied is een gebied waarin stuwen voorkomen. Agrariërs, bedrijven, particulieren en natuurorganisaties kunnen het water tussen de stuwen gebruiken. In de zijlopen van het Dwarsdiep vervangen we enkele stuwen door nieuwe kunstwerken dichter bij het Dwarsdiep. Hierdoor verhogen we het waterpeil in de zijlopen en verminderen we de drainerende werking op het Dwarsdiepdal. De watergangen en stuwen ontwerpen we zo dat ze geen aanvullende opstuwing veroorzaken buiten het waterbergingsgebied.
De begrenzing van de nieuwe peilgebieden staat weergegeven in figuur 11. De nieuwe waterpeilen zijn weergegeven in tabel 1.
Klik op tabel om te vergroten
Autonome maatregelen Naast het inrichtingsplan en dit peilbesluit nemen we in het gebied nog enkele andere belangrijke maatregelen. Deze maatregelen hebben een positief effect op de waterkwaliteit. We gaan de lozingen opheffen van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Marum en de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) Friesland Campina. Deze lozingen zijn belangrijke bronnen van nutriënten richting het Dwarsdiep, vooral van fosfaat. Door deze nutriënten in het Dwarsdiep voldoet het water niet aan de normen voor waterkwaliteit.
Watergangen Op verschillende plaatsen passen we bestaande watergangen aan of leggen we nieuwe watergangen aan. Zo komen er meer flauwe taluds, blijft er meer water in het gebied en wordt de stroming in het Dwarsdiep sterker. Zie figuur 12.
Kunstwerken Om de nieuwe inrichting mogelijk te maken hebben we nieuwe kunstwerken nodig en moeten we andere kunstwerken vervangen of aanpassen. Dit is te zien in figuur 13, waarbij we onderscheid maken in gemalen, stuwen, drempels en duikers.
Effecten van maatregelen
Werkwijze
Om te toetsen of de maatregelen die we nemen het gewenste effect hebben, gaan we het gebied monitoren. Het gaat hierbij om de monitoring van grond- en oppervlaktewaterstanden en monitoring van waterkwaliteit en de ecologische toestand. Meer informatie over de monitoringsplannen is te vinden op pagina 60 in de Peilbesluit Dwarsdiep Toelichting (Rusticus & Braaksma, 2023). In dit hoofdstuk staan de effecten van de peilwijzingen en maatregelen in het gebied.
Drooglegging
Binnen de begrenzing van het waterbergingsgebied (roze lijn op de kaart in figuur 14) verhogen we de waterpeilen zoveel mogelijk. Dit leidt tot een afname van de drooglegging. Buiten de begrenzing van het waterbergingsgebied veranderen we de waterstanden, en daarmee de drooglegging, nauwelijks. Op de locaties waar wel een afname van drooglegging is, is deze nog ruim voldoende voor de aanwezige functies. Binnen het gebied is met name de functie natuur aanwezig, hiervoor gelden geen droogleggingsnormen. Bij de aanleg van nieuwe wandel- en fietspaden in het gebied houden we rekening met de vernatting.
Hydraulische normen
Hydraulische normen zijn de afmetingen waar watergangen en objecten aan moeten voldoen zodat het watersysteem goed kan werken. We bepalen per gebied altijd wat nodig is voor de af- en aanvoer van water en welke afmetingen daarbij horen. Voor het Dwarsdiepgebied hebben we dit ook gedaan. Objecten die aan hydraulische normen moeten voldoen, zijn bijvoorbeeld stuwen, duikers en gemalen. Wanneer objecten niet voldoen aan hun hydraulische norm kunnen ze mogelijk niet doen waar ze voor bedacht zijn: water afvoeren of water vasthouden. De uitwerking van deze normen voor de objecten in het Dwarsdiepgebied zijn te vinden op pagina 68 in de Peilbesluit Dwarsdiep Toelichting (Rusticus & Braaksma, 2023).
Grondwatereffecten
De maatregelen die we nemen in dit peilbesluit kunnen invloed op de omgeving hebben. Met externe grondwatereffecten bedoelen we de invloed op grondwater buiten het waterbergingsgebied (roze lijn op figuur 16). Uit onderzoek van Sweco (Rusticus & Braaksma, 2023) blijkt dat de invloed op de grondwaterstand buiten het Dwarsdiepgebied klein is. Ondanks dat de bodem in het gebied slecht water doorlaat is de ontwatering van het gebied goed vanwege de aanwezige sloten en watergangen. Deze kunnen het water momenteel goed afvoeren. Het verhogen van het waterpeil in dit gebied is daarom bijna niet merkbaar buiten het Dwarsdiepgebied.
Dit is nagegaan door de GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstand) en de GLG (gemiddeld laagste grondwaterstand) te berekenen. De uitkomsten hiervan zijn te zien in figuren 16a en 16b. Hierin is te zien dat de grondwaterstanden nagenoeg alleen binnen de toekomstige berging schommelen. In de gebieden buiten de berging kunnen we het grondwaterpeil door de nieuwe gemalen en watergangen goed reguleren.Op enkele locaties, die te klein zijn om modelmatig te berekenen, zijn maatwerkmaatregelen mogelijk zoals duikers, drainage of soms juist een stuwen om water vast te houden. Deze detailmaatregelen bespreken we eerst met betrokkenen.
Meer informatie over de uitwerking van de verwachtte grondwatereffecten is te vinden op pagina 77 tot en met 79 in de Peilbesluit Dwarsdiep Toelichting (Rusticus & Braaksma, 2023).
Beheer en onderhoud
Bij de nieuwe inrichting lossen we zo goed mogelijk bestaande knelpunten bij het beheer van stuwen en duikers op. In de nieuwe situatie verbeteren we ook het dagelijks beheer. Er komen twee automatische stuwen en een vispassage. Na de nieuwe inrichting volgt een nieuw maaibeheer, waarbij we minder vaak maaien om de ecologie te versterken.
Doelstellingen: NBW, KRW, NNN
Met de peilwijzigingen en maatregelen in het gebied komen er geen nieuwe knelpunten op het gebied van wateroverlast. Voor wonen, land- en tuinbouw, natuur en water valt de nieuwe situatie binnen de NBW-normen. Ook inzet van de waterberging zorgt niet voor NBW-knelpunten. In een aantal peilgebieden verbetert de situatie qua wateroverlast.
We willen de waterkwaliteit en ecologische toestand van het Dwarsdiep en zijn zijlopen verbeteren. Het leefgebied voor kleine waterdiertjes, waterplanten en vissen wordt aantrekkelijker. Dit doen we bijvoorbeeld door minder steile oevers en met diepe en ondiepe plekken. Ook komen er meer bereikbare paai- en opgroeigebieden voor vissen.
Het oppervlaktewaterpeil maken we in een groot deel van het NNN-gebied hoger en een deel van de perceelsloten wordt gedempt. Het waterbergingsgebied wordt een stuk natter door de voorgestelde maatregelen. Kwelwater wordt beter behouden, met als gevolg dat nieuwe waardevolle natuur zich beter kan ontwikkelen.
Afsluitend
Dit peilbesluit heeft als doel om de peilen vast te leggen voor de doelen die we willen behalen (Waterveiligheid, KRW en NNN). Daarbij is de opdracht om geen negatieve externe effecten te veroorzaken. Met de uitgevoerde onderzoeken en de genoemde beheersmaatregelen zal het bereiken van de doelen mogelijk en zijn eventuele externe effecten beheersbaar.
‘Om het peilbesluit zo begrijpelijk mogelijk te maken hebben we een storymap opgesteld die meer informatie geeft over het peilbesluit Dwarsdiep. Maar deze storymap maakt geen juridisch onderdeel uit van het peilbesluit. Deze geeft alleen een toelichting op het peilbesluit. De informatie die in het peilbesluit staat, is leidend.’
Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de onderstaande link.
Bronnen- en begrippenlijst
Bronnenlijst
De documenten van deze bronnenlijst zijn op te vragen bij het waterschap. Dit kan u doen door te mailen naar info@noorderzijlvest.nl . vermeld hierbij dat het gaat om het Peilbesluit dwarsdiep en welk document u graag wilt zien.
a. Maatregelenstudie Droge Voeten 2050 de Weme, A., Boer, J., Bosch, S., & de Hulster, N. (2014). MAATREGELENSTUDIE DROGE VOETEN 2050 (Door Arcadis; H. J. Hazelhorst, Red.; C01012.100241.0100). Waterschap Noorderzijlvest. Geraadpleegd op 27 november 2023, van https://noorderzijlvest.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Document/71e110b7-0aef-4548-a945-0a9dc1f7b02c?documentId=db39a755-444b-4d65-a0bc-bf0d6627b867&agendaItemId=8308bc4a-e7d1-49c0-aa47-fe118408fad7
b. Startnotitie Project Droge Voeten 2050 Provincie Groningen [Stuurgroep Droge Voeten 2050]. (2010). Startnotitie Project Droge Voeten 2050. In www.provinciegroningen.nl. Provincie Groningen. Geraadpleegd op 27 november 2023, van https://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Beleid_en_documenten/Documentenzoeker/Water__milieu_en_veiligheid/Water/tegengaan-van-wateroverlast-vanuit-Startnotitie-Droge-Voeten-2050.pdf
c. Ontwerp Peilbesluit Dwarsdiep Toelichting Rusticus, R., & de Greeff, B. (2023). Peilbesluit Dwarsdiep Toelichting (T. Braaksma, Red.; Nr. 51012618). Sweco Nederland B.V. (Sweco).
d. Beleid peilbesluiten waterschap Noorderzijlvest Waterschap Noorderzijlvest. (2018). Beleid peilbesluiten waterschap Noorderzijlvest. Geraadpleegd op 27 november 2023, van https://cuatro.sim-cdn.nl/noorderzijlvest/uploads/beleid-peilbeheer-en-peilbesluiten-2018.pdf
Begrippenlijst
Afvoergebied Een groep van peilgebieden die via een gemeenschappelijk punt hun water lozen op een hoofdsysteem.
Beekdal Een lagergelegen dal in een dekzandgebied waardoor een beek stroomt.
Benedenstrooms Wijst in de richting met de stroom mee, naar de monding van het water.
Boezem De boezem is oppervlaktewater dat ertoe dient om polderwater op te vangen en af te voeren.
Droogleggingsnorm De optimale drooglegging voor een bepaalde combinatie van functie, grondsoort en grondgebruik, geldend bij winterpeil. Het hoogteverschil tussen het peil in de sloot (streefpeil) en het aanliggende grondoppervlak (maaiveld).
Geclassificeerd Ingedeeld in klassen of categorieën.
Gehandhaafd Handhaven betekent in stand houden of laten voortbestaan. Het kan ook betekenen naleving afdwingen volgens de wet of regels.
Gestuwd peilgebied Een gestuwd peilgebied is een gebied dat afwatert via een stuw.
Grondwater Al het water dat zich in de ondergrond, in bodems en gesteenten bevindt.
Grondwaterpotenties De kansen die er in dit gebied zijn, die te maken hebben met grondwater. Zoals de kwelstromingen die goed zijn voor ecologie.
Hydraulische normen Maatgevende afmetingen om bepaalde hoeveelheden of krachten aan te kunnen zodat kunstwerken of watergangen kunnen doen waar ze voor bedacht zijn.
In beroep gaan Verzoek van een belanghebbende aan een rechter om een bestuursorgaan op te dragen een beslissing te herzien.
Kering Door mensen aangelegde of van nature aanwezige verhoging die het achterliggende land beschermt tegen overstroming.
Kunstwerk Een door mensen gemaakt bouwwerk voor wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen, waarvoor andere materialen dan aarde en zand zijn gebruikt.
Kwelafhankelijk Zonder kwel gaat het systeem niet of anders werken.
Maaiveldhoogte Het aardoppervlak inclusief bestrating en aardwerken zoals een talud of dijk, maar zonder begroeiing en bouwwerken zoals huizen en viaducten.
Nutriënten Voedingsstoffen, voedingsbestanddelen die onontbeerlijk zijn voor de groei, instandhouding en voortplanting van een organisme.
Ontpoldering Een poldergebied dat geen polder meer blijft. Het poldergebied verliest de status 'polder’.
Ontwateringsdiepte Het verschil tussen het maaiveld en het grondwaterpeil.
Opbolling Het maximale hoogteverschil tussen het peil in de watergangen en de grondwaterstand daartussen in een afvoersituatie.
Oppervlaktewater Al het water dat zich aan de oppervlakte bevindt, zoals in sloten en kanalen.
Oppervlaktewaterpeil/waterpeil De hoogte van het water in bijvoorbeeld een beek, rivier, sloot of kanaal ten opzichte van het maaiveld (hoogte van de grond).
Oppervlaktewaterstand De hoogte van het water in de watergang.
Opstuwing Het omhoog gaan van het waterpeil doordat het water door een kunstwerk of begroeiing in de watergang niet snel genoeg weg kan.
Peilbeheer Vaststellen en handhaven van waterstanden in rivieren, kanalen, beken en sloten. Ook wel het regelen van het waterpeil van het oppervlaktewater met stuwen, sluizen en gemalen, inlaten en afvoeren.
Peilgebied/vak Een cluster van afwateringsgebieden (Afwaterende Eenheden) waarin een en hetzelfde peil wordt nagestreefd.
Petgaten Een water dat is ontstaan door het uitbaggeren van veen, bij natte vervening. Petgaten of trekgaten hebben in het veenlandschap vaak grote veenplassen gevormd.
Polder Een gebied, omgeven door een dijk, waar de mens de waterstand regelt.
Reliëf Het geheel van hoogtes en laagtes in het landschap, dat samen de verticale dimensie van het landschap vormt. Reliëf bestaat niet alleen uit het hoogteverschil tussen punten, maar ook uit de helling, de horizonlijn en de absolute hoogte van het oppervlak ten opzichte van het zeeniveau.
Secundaire watergang Sloot die niet door het waterschap wordt onderhouden maar wel van belang is voor de afwatering in een klein gebied. Secundair betekent op de tweede plaats komend, minder belangrijk.
Streefpeil Een waterhoogte ten opzichte van het maaiveld die we nastreven. We zorgen voor aanvoer of afvoer om eenzelfde peil aan te houden.
Taluds Aangelegd schuine vlak langs een weg, spoor, watergang, dijk, naar een brug of tunnel waarmee een hoogteverschil wordt overwonnen tussen bouwwerk en maaiveld. Een talud kan een ophoging zijn of een ingraving.
Ter inzage leggen Een plan wordt openbaar en bekend gemaakt. Hier mogen in een termijn van 6 weken reacties op komen.
Veenoxidatie Een proces waarbij veen, door het verlagen van de grond- en-of oppervlaktewaterstand, blootgesteld wordt aan de lucht, waardoor het oxideert en de bodem inklinkt. Dit proces is onomkeerbaar.
Waterberging Een gebied dat dient om tijdelijk water op te slaan om overstromingen of andere wateroverlast te voorkomen en tegelijk watertekorten tegen te gaan.
Waterlichaam Een waterlichaam is een hoeveelheid water van niet-geringe omvang op het oppervlak van een planeet. Gewoonlijk worden grote waters als oceanen, zeeën en meren hiertoe gerekend, maar ook kleinere waterlichamen als waterbekkens, moerassen, sloten, kreken en kleine poeltjes. Een waterlichaam kan zowel stilstaand als stromend water bevatten, dus ook rivieren en kanalen zijn waterlichamen.
Waterloop Een waterloop of watergang is een langgerekt, lijnvormig landschapselement, gevuld met stromend of stilstaand water. Een waterloop kan van natuurlijke oorsprong zijn of door mensen aangelegd.
Watersysteemkaart Geografische verbeelding van het samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.
Zienswijze Een reactie door een belanghebbende, zoals een burger, agrariër of bedrijf, op een plan van een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag is bijvoorbeeld een gemeente, waterschap, provincie of het rijk. Het bevoegd gezag moet de reactie minimaal overdenken en eventueel opnemen in het plan.
Zijloop Waterloop die aanhaakt op een grotere of belangrijkere waterloop.