Basiskwaliteit natuur en landschap

En voorts zijn wij van mening dat overal tenminste Basiskwaliteit Natuur moet worden gerealiseerd en gehandhaafd.

Natuur- en landschapskwaliteit kan worden beschouwd op twee niveaus: bijzondere natuurkwaliteit en basiskwaliteit landschap. Bijzondere natuurkwaliteit wordt nagestreefd in terreinen waar de natuur leidend is. Basiskwaliteit landschap dient als bodem onder de kwaliteit van het grootste deel van het landschap waar natuur volgend is. Hiervoor gaat men een kritisch niveau definiëren, waaraan landschappen moeten voldoen, wil er sprake zijn van die basiskwaliteit. Het concreet maken van de basiskwaliteit landschap leidt tot een scherpere focus bij het uitvoeren van landschaps- en natuurplannen en het invullen van gebiedscoalities. Het begrip basiskwaliteit is niet bedoeld om elkaar hogere eisen op te leggen, maar om partijen elkaar te laten stimuleren om tot een betere kwaliteit te komen.

Deze storymap betreft een uitwerking van het onderzoek naar de Basiskwaliteit in de gemeente Bronckhorst. Ook ander gemeenten binnen het DatalabGO onderzoeken de Basiskwaliteit; deze gegevens worden in de toekomst aan deze storymap toegevoegd.

De methodiek van onderzoek bij het bepalen van de basiskwaliteit natuur en landschap is als volgt: In Bronckhorst zijn vijf landschapstypen aanwezig. Het betreft het uiterwaardenlandschap, het oeverwallenlandschap, het oude hoevenlandschap, het broekontginningslandschap en de heideontginningen. Behalve de vijf landschapstypen zijn op de kaart ook de bebouwde gebieden, de boomkwekerijen en de grotere natuur- en bosgebieden aangegeven.

De beoordeling van het landschap is gebaseerd op:

1. Aanwezigheid van (kenmerkende) landschapselementen (aantal elementen, oppervlakte, aantal verschillende typen landschapselementen, aantal voor het desbetreffende landschap karakteristieke elementen);
2. Toegankelijkheid
3. Beheer
4. Landschappelijke inpassing bebouwing

Zodanig ontstaan 7 scores per waarneemlocatie. Deze scores zijn in het veld geïntegreerd in een eindoordeel.

De beoordeling van de natuur is gebaseerd op criteria voor vogels, wilde planten en dagvlinders en herpetofauna. De score is afhankelijk van de criteria per landschapstypen.

De basiskwaliteit kent een waardering van hoog, matig en slecht.

Het broekontginningslandschap is het meest geschikt voor agrarisch gebruik met grootschalige percelen en minder beplanting in de randen. Het oude hoevenlandschap is voor een groot deel gelegen in het Nationaal landschap 'De Graafschap'. Voor een groot deel geldt hier ook de invloed van de landgoederen.

Voor de verschillende gemeenten is ook een cultuurhistorische waardenkaart gemaakt. De systematiek van het beoordelen van de waarden van het landschap is als volgt:

De landschapstypen van de cultuurhistorische kaart zijn gewaardeerd op basis van drie kenmerken: gaafheid, fysiognomie en bijzondere kenmerken. Hierbij wordt het huidige landschap vergeleken met het referentiepunt (het landschap in 1850). Gaafheid heeft dan betrekking op de (verkavelings)-patronen. Fysiognomie betreft de openheid van het landschap. Onder bijzondere kenmerken wordt verstaan in hoeverre die ruimtelijke structuren of elementen (nog) aanwezig zijn die het landschap zijn duidelijk eigen karakter geven.

De CHW-kaart kent een beoordeling van geen, zeer laag, laag, middelmatig, hoog en zeer hoog.

• Onderstaande kaart maakt onderdeel uit van de Omgevingsvisie. Dit geeft zicht op de nulsituatie van de kwaliteit van natuur en landschap. In de visie is verwoord dat de gemeente de kwaliteit wil verbeteren;
• Uitvoering van het project  kavel en landschap  (met subsidie aanleggen van landschapselementen), de selectie van de drie focusgebieden voor landschapsversterking heeft plaatsgevonden op basis onderstaande kaart;
• Bij landschappelijke inpassing van ruimtelijke ontwikkeling betrekt de gemeente in haar afweging deze kaart. Dit kan gaan over ontwikkelingen op perceelsniveau of gebiedsontwikkelingen in het landelijk gebied;
• Een andere mogelijkheid is het stellen van prioriteiten bij inzet van subsidie (bv. Regeling landschap en biodiversiteit) door  Onderholt.